donderdag 26 december 2024

The Christmas Carol in evergreen remake!

 


The Christmas Carol keert steeds terug, 


Deze kerst keek ik 'The Grinch'; je moet toch eens wat proberen .. 

Toen m’n kinderen klein waren, was ik fan van dr. Seuss en las ik m’n kinderen eruit voor, wat eigenlijk niet te doen was, want de Nederlandse vertaling was lang zo grappig of goedlopend niet als de oorspronkelijke.



Echt ‘ras’ Brits, zo’n grumpy, groen van jaloezie uitslaand monster dat Kerst haat en eigenlijk een regelrecht misantroopje* is. Z’n eenzelvigheid en zelfzucht in het alledaagse leven brengt hem ertoe  om hoog verheven in een hol op een berg te wonen, ver van de mensen die knus in het dal beneden wonen; en om zijn hond te trainen op James-achtige activiteiten, zodat hij geen butler hoeft aan te nemen. Hij komt een eind, want de hond is van een ‘Odie-‘achtige domheid (de hond in ‘Garfield’, die het eeuwige slachtoffer van een kat is).


Waarom zijn juist Britse ‘kinderverhalen’ zo heerlijk, net als die van Roald Dahl en smul ik net zoveel  van ‘Mathilda’ en ‘De grote, vriendelijke reus’? Omdat ze niet correct zijn, de scheefgegroeide mensen  die grimmig en grommerig door het leven gaan, de ‘Scrooges’ van deze wereld die de hoofdfiguren zijn. Zij zijn natuurlijk voorál intrigerend; en eindeloos boeiend in een verhaal, waarin literatuur-eigen een wending of karakterontwikkeling kan plaats vinden; deze verhalen lenen zich ook het best voor geweldige filmscenario’s: de mogelijkheden voor onverwachte wendingen liggen voor het oprapen!


Ik denk ook aan de oude buurman in de eeuwig terugkerende ‘Home alone 1’: hij is een schrikbeeld voor het verder onverschrokken jongetje Kevin, dat per ongeluk door zijn ouders thuis is achtergelaten bij hun run op het vliegtuig en in z’n kerstvakantie hun huis tegen schurkachtige inbrekers moet bewaken. 

Hoe schurkachtig de dieven ook zijn, ze zijn vooral oliedom, wat de meest geweldige scenes oplevert.  Wie de schurken zijn, weet Kevin eerst nog niet; voor de zekerheid laat hij de pizzabezorger toeschreeuwen: ‘Keep the change, you filthy animal!’,  klaargezet uit zijn vaders maffiafilm ‘The Godfather', inclusief de hilarische pistoolschoten om de slechteriken weg te jagen.

Terwijl de kijker in een deuk ligt om het pizza bestellende jongetje dat zich al etend prima vermaakt in zijn ouders enorme bed, verbaast diezelfde kijker zich erover, dat Kevin zo bang is van zijn buurman: een oude man met een lange, grijze baard, die nurks kijkend langs de straat schuifelt. Invullend: Kevin heeft deze buurman van kleins af ‘eng’ gevonden en als Kevin toch zijn fort verlaat en in de kerk belandt op kerstavond, blijkt hij ineens tot zijn ontzetting z’n buurman daar aan te treffen! Na aanvankelijke schrik komt het tot een verrassende ontmoeting en blijkt het alleen maar een vereenzaamde man te zijn, die zijn kinderen al heel lang niet gezien heeft en daar in de kerk zijn verdriet komt brengen bij kindje Jezus. Dan geeft Kevin hem zowaar goed advies en ontstaat een opening in de relatie tussen buurman en zijn kinderen; in de film komt zelfs het begin van een vriendschap tussen Kevin en z’n voorheen 'enge buurman' op gang. Prachtig natuurlijk, op Kerst!

Uiteindelijk zijn al deze grumpy old men op hun oervoorganger en iconisch rolmodel geschoeid: op Scrooge, door Dickens in het leven geroepen als spiegel voor de Engelse samenleving waarin rijk en arm zo onmetelijk ver van elkaar af leefden. Ieder leefde in z’n totaal eigen ‘laag’ of eerder ‘kaste’. Onbereikbaar zaten de rijken óp hun zuurverdiende, afgeperste centen en verkommerden armen op het randje van de hongerdood; zeker als er ziekte bij kwam, was een arme kansloos zoals Tiny Tim in ‘The Christmas Carol’.

Scrooge, de (centen)schraper, is als ondernemer een eersteklas afperser, tot door zijn nachtelijke ontmoetingen met de geesten van het verleden, heden en de toekomst blijkt, dat hij niet eenzaam zijn kist in hoeft, maar het roer van zijn leven alsnog kan omgooien en zijn rijkdom kan delen met zijn arme werknemer en diens gezin: wat een geluk levert hem dit met Kerst op! 

Delen maakt rijk, samen aan de kersttafel zitten is iconisch geworden voor ‘een fijne Kerst’, of je nu familie bent of niet.

* https://nl.wikipedia.org/wiki/Misantroop: het is voor mij de vraag of Dickens misschien door Molière geïnspireerd met z'n 'Le misanthrope' ('De mensenhater')




..  






zondag 18 februari 2024

Jesus revolution!

 'Jesus Revolution' is een film uit 2023, die half februari 2024 op Netflix gepubliceerd is.  De film gaat over de 55 jaar oude Jezusbeweging en trok mijn aandacht. De Jezus-beweging waaide destijds eind jaren '60 vanuit de VS ook naar Nederland over.

Deze actuele release komt samen met het 50jarig jubileum van de musicalverfilming ‘Jesus Christ Superstar’ en de recent in Nederland draaiende remake van de musical: 1973-2023. 



Juist in deze tijd voor Pasen 2024 houden beiden mij bezig. In 1975 was ik als puber enorm onder de indruk van de muziek van ‘Jesus Christ Superstar’, al zag ik de musicalverfilming pas vele jaren later. Ik kende de muziek via mijn vader, die als godsdienstleraar de film in verband met zijn werk in de bioscoop ging zien. We praatten erover thuis; er verschenen allerlei vlugschriftjes die beïnvloedbare pubers aan het denken probeerden te zetten over wie voor hen Jezus was: een superheld, een ster of de verlosser?

De muziek en het verhaal 'Jesus Christ Superstar', vanuit Judas’ oogpunt geschreven, hielden mij als puber diep bezig. Ik was als christen opgevoed, met het standaardverhaal van de Bijbel: de Jezus in het Nieuw testament was een zachtaardige God in mensgedaante. Hij werd verraden, verloochend, verlaten door zijn eigen vrienden, pars pro toto door de mensheid en stierf aan het kruis, zich zelfs door God verlaten voelend.

Dit beeld kreeg later voor mij veel meer lagen, maar dat Jezus aan zijn eigen goedheid ten onder ging, zich liet offeren, was kortweg het verhaal waarmee ik christen werd, op jonge leeftijd. De clash tussen het verhaal in de rockopera vanuit Judas’ slachtofferrol én de Nieuwtestamentische versie bezorgde me wel vragen en een puzzel, maar ontnamen me niet m’n geloof in de Jezus van het NT. Ik vond beide versies wel inleefbaar, als verhaal ‘sterk’. 

Ik vermoed, dat het geen enkele schrijver, componist of producent om iets anders dan een ‘sterk verhaal’ gaat. Alle elementen voor spanningsbogen en tragiek liggen voor het oprapen. Beide, zowel de Jezusbeweging die in Californië startte, als de musical ‘Jesus Christ superstar’ ontstonden in de hippie-cultuur. Nu ik me er weer in verdiep: in de hitte van de woestijn, 'Jesus Christ Superstar' aan de Dode Zee en de Jesus revolutie in Californië, de golf van San Francisco. Indrukwekkende natuur ... die vast bijdroeg aan de verhitte gemoederen rond ‘Jezus’.

De schrijvers van de musical, componist Andrew Lloyd Webber en tekstschrijver Tim Rice, brachten de rockopera al in 1970 uit. Zij waren beiden Britten, curieus als je bedenkt, dat de wortels van de hippie-cultuur en de Jezus-beweging in de VS liggen.

De Jezus-partij in hun rockopera werd gezongen door Ian Gillan, zanger van hardrockband Deep Purple. Zijn vrouwelijke tegenspeler, Maria Magdalena, werd vertolkt door Yvonne Elliman. Zij werkte ook aan de musicalverfilming mee, in tegenstelling tot Ian Gillan. In deze versie vertolkte Ted Neeley de Jezuspartij; een rol waarmee hij nog steeds, al 50 jaar in theaters (!) optreedt.

Wat me bijblijft en opvalt, is dat de figuur van ‘Jezus’ mensen in allerlei perioden zó bezighoudt, vriend en vijand zo te zeggen. Daarnaast raakt me deze Pasen de hippie-versie van 50 jaar geleden, want ik heb zelf de Jezus-beweging meegemaakt, in zijn uitwaaieringen en gevolgen. Dat komt zo.

Ik was tiener toen de Jezus-beweging ontstond en ik 'Actie', het jongerenblad van Youth for Christ las, en twintiger toen ik theologie studeerde. Ik maakte als jongerenwerker veel jongeren mee, die ergens geraakt waren door Jezus en in de war raakten van al die versies, visies, menselijke vertolkingen, ook van ‘door Jezus’ aangeraakte profeten en genezers. 

Goeroes waren er volop in de seventies en eighties: mannen die met charisma en grote verhalen volgelingen wierven, bewegingen op gang brachten die vervolgens uitwassen kregen. Ik zag jongeren in twijfel raken over hun geloof of hun zoektocht ernaar omdat die goeroes, en dat waren altijd mannen, zélf van het padje raakten en hun menselijke machtswellust, geldlust, seksuele lust religieus vermomden en kwetsbare mensen misbruikten of in de war brachten. 

Religieuze manipulatie: ik was er later druk mee als programmamaker voor de publieke omroep bij TV; als redactie wilden we deze vorm van manipulatie en misbruik ontmaskeren en de slachtoffers ervan een hart onder de riem steken, hen door herkenning te bieden helpen uít de war te raken. 

Ook als docent deed ik veel jaren een duit in dit zakje: keer terug naar de basisversie, naar wat er in de oerbronnen staat. Ook al weet ik als theoloog, dat de bronnen uit meer mondelinge overleveringen ontstaan zijn.

Wat houd ik na al die jaren van de Jesus-hippietijd over? 'Jesus Christ Superstar' is geëindigd als een desillusie, een in de woestijn verdampt hippie-ideaal van een ideaalgoeroe en nieuwe ideaalsamenleving… Is daarmee Jezus zelf ook voor mij verdampt?

Voor mij is het nog net zo intrigerend als toen de Jezus-beweging rond 1970 ontstond, dat zoveel jongeren net als ik zoekend waren in een veranderde cultuur en wereld. In mijn tienerjaren en adolescentie was er ‘een generatiekloof’, een groot cultureel verschil tussen de cultuur van mijn ouders generatie en de mijne. Ik was als oudste van vijf een echte zoeker, een breker met de cultuur van m’n ouders. In ieder geval cultureel en vooral wat betreft muziek: ik ging gitaar spelen, ik ging bij een jongerenbeweging, verwant aan de Jezus-beweging: Youth for Christ. Dag en nacht was ik bezig met hard rock, new wave, symfonische rock, folk, pop in het algemeen.  Voor school las ik literatuur van ‘nu’, de zogenaamde 'moderne literatuur', al was ik ook geacht de klassieke literatuur te lezen: in Engels, Frans en Duits, naast Nederlands, zelfs in Grieks en Latijn. 

Geen wonder dat ik op zo'n klassiek Gymnasium voeling nodig had met m’n eigen generatie. De generatiekloof en die kloof overbruggen vroeg veel van mijn energie en tijd: ik moest thuis knokken om mijn muziek te mogen luisteren en mijn films en series te kijken en te struinen, rond te mogen dwalen in m’n eigen wereld. 

Als twintiger was ik er op gebrand meer van de wereld te zien, te reizen, overal mensen te spreken, tussen mezelf en anderen bruggen te slaan. Engeland, Oostenrijk, Frankrijk, Griekenland, (Kreta), Israël, Brazilië. 

Zoeken was een klus, ontdekken mooi en aan beleven had ik dagwerk. De Jesus-beweging overbrugde voor veel jongeren als ik de kloven tussen ‘onze’ cultuur en de oude verhalen.  Het was een brug en daarmee een reddingsboei, houvast; maar aan de uitwassen had ik geen behoefte. 

Ik had na deze klus nog véél meer werk aan mezelf te doen, veel te ontdekken en op z’n plek te krijgen…

Ik kon wel meemaken in de hippietijd, dat liefde het antwoord was en oorlog niet (love & peace, no war!); maar had nog geen invulling, diepte, kader voor mezelf voor ‘liefde’, voor mijzelf nog concreet hoe Gods liefde en zelfliefde zich tot elkaar verhouden. Ik kende mezelf nog niet. In mij waren deuren voor mezelf nog gesloten.

Ik herkende me in hippies, de jongeren van m’n eigen tijd, in het zoeken, gevoel van ontworteld zijn in een gewelddadige wereld die om geld en macht draait. Ook ik was niet genoeg in contact met mezelf, leefde m’n eigen leven niet, was te vaak verhuisd en daardoor ontworteld, van de ene in andere bodem gepoot. 

Ik was het meest thuis en geworteld in God en Gods liefde, dus was de Jezus-beweging voor mij globaal herkenbaar. Mijn ouders leefden het geloof zelf ook, dus klopte mijn jeugd in dat opzicht goeddeels. M’n vader vond trouwens zelf in de Jezus-beweging ook veel: Vaderliefde voor een jonge wees.

Trips zocht ik niets in drugs, wel in muziek en reizen; zo beleefde vaak genoeg trips. Tegelijk verbond muziek maken me met anderen, bij YfC, in Engeland met allerlei jongeren uit heel Europa (allemaal vrijwilligerswerkers), op Kreta, in Israël.  Klezmer spelend op straat, Ierse folk, spirituals en ballads spelend. 

Zo komt in kijken naar 'The Jesus revolution' veel van m’n jonge jaren terug en blijkt deze revolutie zeker mijn opgroeien gestempeld te hebben. 'Jesus Revolution!' kijken en 'Jesus Christ Superstar' luisteren is dus een trip down memory lane, maar meer nog: 'thuiskomen' voor mij. 










ND levenskunstessay 26 maart 2025 14.16

Ongelijkwaardigheid tussen de geslachten neemt weer toe. Daarom moet ik me na 45 jaar uitspreken Opinie Als christen en lesbienne heb ik in...