zaterdag 24 maart 2018

Het LEF om te leven als zoektocht naar zin!



Zoals je misschien weet, formuleerde Sigmund Freud de sterkste of eerste levensdrift in een mens zo: het is de ‘eros’,    de drang tot seks en wat daar allemaal in mee komt. Helaas voor Freud werd hij achterhaald door andere psychoanalisten en zelfs door schrijvers als Oscar Wilde: alles draait in de wereld om seks, behalve seks; seks draait om macht! 
Heb je net ‘pi’ geformuleerd, ligt je formule weer omver. Het lot van een wetenschapper is niet misselijk.

Freud is wel te volgen, in zijn zoektocht en theorievorming. Ook was hij verdienstelijk door aandacht aan de psyche van de mens te besteden en het onderbewuste te verkennen, dat mensen opbouwen ten gevolge van trauma’s en onverwerkte levenssituaties. 
Toch ben ik 'blij', dat het onderzoek naar de psyche zich verder ontwikkeld heeft.

Na Freuds eerste psychotherapeutische school in Wenen, kwam natuurlijk een tweede groep psychoanalisten in de benen, onder aanvoering van Alfred Adler:  wederom een Jood.  En tenslotte werd de derde Weense school geleid door de man, waar het mij om gaat: Victor Frankl 

Deze, opnieuw Joodse psychoanalist en psychotherapeut formuleerde de eerste levensdrift in een mens, de sterkste drijvende kracht zo: de mens wordt gedreven door de drang tot betekenis aan het leven geven, door de zoektocht naar zingeving. 

Prachtig vind ik de door Viktor Frankl uitgewerkte Logotherapie (de therapie waarin je  zoekt naar de zin of betekenis van je leven) of ‘existentiële analyse’! 

Het best heeft zich deze bewezen in zijn eigen bestaan: als Joods concentratiekamp-slachtoffer ondervond hij aan den lijve, hoe moeilijk het is te willen blijven leven en positief in het leven te blijven staan, als er niets is, waarvan je gelukkig wordt of niets is van alles waarvan je droomt en waar je naar verlangt.  Sterker nog: als de hele situatie waarin je zit, je alleen maar tot wanhoop, verdriet, machteloosheid, woede en angst drijft!
Hoe kun je in zo’n hel, betekenis aan je leven geven? 
Hoe kun je dan ‘zin’ ervaren in je leven? 





De oplettende lezers zullen mij meteen vragen: ben je niet erg voor deze man ingenomen, omdat je zelf pastor en geestelijk verzorger bent en zingeving je mooi in je kraam te pas komt? Ja dat is waar. Maar meer nog ben ik een kind van deze tijd en is ‘echtheid’ of authenticiteit in deze postmoderne tijd hét keurmerk van waarheid. 
Dus als iets zich zo bewezen heeft als deze theorie, dan heeft Frankl mij aan zijn zijde. 

De man heeft een lang, werkzaam leven gehad, waarin hij zijn werk consequent uitwerkte en velen hielp. Ondanks het verliezen van zijn hele gezin en familie bleef deze man trouw aan zichzelf en het leven. Hij haalde de mens uit zijn ‘veredelde aap’-status, waarin deze sinds Darwin en Freud belandde en sprak over de mens als ‘geestelijk wezen’.
              Man pflegt zu sagen: 
              Wo ein Wille, dort ist auch ein Weg.
              Ich wage zu behaupten: 
              Wo ein Ziel, dort ist auch ein Wille.
                                              Viktor E. Frankl 
Waar een doel, daar is ook een wil. Waar je je wil op zet, is in feite de zin of betekenis die jij aan jouw eigen leven geeft.
Als christen voeg ik aan deze grote Joodse denker, onderzoeker en therapeut toe: en vooraf aan mijn leven geeft God, als mijn Schepper mij een potentieel mee, namelijk de zin van mijn leven en mijn doel is: mijn herschepping te omarmen.



Er is nog een psychoanalist, die ik bewonder: Erikson. Net als Viktor Frankl was Erik Erikson (hoe Scandinavisch wil je het hebben?) een ‘mooie’ huiswerkopdracht voor zichzelf. Hij was namelijk via moederskant van Joodse afkomst, dus zelf Jood. Maar zijn uiterlijk was via zijn vader dat van een echte Germaan of een Ariër: blond haar en blauwe ogen. Dit resulteerde in zijn leven hierin, dat hij voor de Joodse familie er niet bij hoorde, als ‘Ariër’, en voor de Ariërs er niet bij hoorde als Jood. Dus moest hij zijn weg zelf vinden.

Hij benadrukte de cycli in een mensenleven en onderscheidde acht levensfasen. Aangezien zijn weduwe constateerde, dat mensen steeds ouder werden, voegde zij na zijn dood er nog een negende fase aan toe; die van de ouderdom.

Wat mij in zijn werk intrigeert, is de mate, waarin hij het leven ‘rond maakt’, als een opdracht voor elk individu, om tot levensvervulling te komen in het volmaken van je eigen leven; in het doen van je eigen huiswerk als mens door je leven te verwerken, door te werken en te overzien als een huiswerkopdracht. Zo wordt je levensopdracht een wel erg individueel gericht project. En dat past uitstekend in onze tijd! Maar is het reëel en is dit ‘alles’? En waar ligt de verbinding met 'de ander'?
 
Toch helpt dit bezig zijn met je levensfasen wel degelijk om tot jezelf te komen; en dit kan soms erg nodig zijn. Het kan een mens helpen om uit de dagelijkse flow, de hectiek te stappen en vanuit een helikopterview je leven te overzien. Af is het pas, natuurlijk, als het af is. 
Maar is het leven zo rond te maken? En wanneer is het af? Blijven er niet juist altijd onvolkomenheden, littekens, rafels en rouwranden? Maakt dat de mens nu juist niet tot mens?

Een bioloog zegt: elke zeven tot vijftien jaar (afhankelijk van welk lichaamsdeel of ingewand) is er een nieuwe cyclus in je lichaam. Elke zeven tot vijftien jaar vernieuwt zich alles in je lichaam! Hierin zijn biologen net als psychoanalisten het niet helemaal met elkaar eens; sommigen beweren, dat je elke zeven jaar vernieuwt, behalve je hersencellen. Deel dus je leven eens in in fasen van zeven jaar, zou ik zeggen! Wat vind je dan?

Mij levert dit de intrigerende vraag op: ben ik nu nog wel dezelfde als degene, die geboren werd en aan wie mijn ouders mijn naam gaven? Is degene die geboren wordt, nog wel in iets dezelfde als degene, die sterft? Ontwikkeling, groei en ook afbraak: geweldig boeiend .. maar waardoor wordt uiteindelijk je identiteit bepaald? En als het niet door het materiële is, door je fysieke bestaan,  waardoor dan wel?

Maar bovenal boeit mij het verband tussen het psychische en geestelijke: als de mens materieel (fysisch) niet ouder is dan zeven tot vijftien jaar en dus de baby fysiek een ander mens is dan zijn naamdrager bij diens overlijden, wat zegt dit dan niet alleen over je identiteit, maar ook over je zoektocht naar zingeving voor je leven? 

Je kunt voor jezelf deze zoektocht ondernemen, maar je kunt je ook bezig houden met de zin van het bestaan in het algemeen; als een filosofische, existentialistische onderneming.

Wat is de zin van het leven, behalve de zin die je er zelf aan geeft? Of is die zin niet te geven door een individu binnen het eigen leven, het ‘leven onder de zon zoals de Prediker dit noemt? Is dit gezichtspunt te beperkt, bewolkt door incomplete waarneming? Te immanent? Als theoloog en als pastor zeg ik daarop: ja; je hebt niet alleen God nodig, de Transcendente, de Eeuwige, je bloedeigen Schepper die je elke zeven jaar vernieuwt, maar ook je medemens om op jezelf zuiver zicht te houden. En dan nog ‘zuiver’ tussen aanhalingstekens. Het lef om te leven als zoektocht naar zin, ga er maar aanstaan!

vrijdag 9 maart 2018

En Jezus zag de mensen als schapen zonder herder, opgejaagd en uitgeput

De mensen, vermoeid, belast en opgejaagd...


De winter loopt op z'n eind. Meteorologisch is het voorjaar al aangebroken: 1 maart.
Toch zie ik nog veel gehaper en startproblemen, niet alleen bij automotoren, ruitensproeiers en rioleringsbuizen, maar vooral bij de mensen. Daar ligt nu eenmaal mijn werkterrein.

Startproblemen om  het leven, de warmte en buiten zijn weer te omarmen. Als je niet van vrieskou en schaatsen houdt of niet mobiel bent, is het ook niet makkelijk om zo'n heftige vorstperiode eind februari te doorstaan! Zeker als je allang aan het voorjaar toe bent..

Nog véél grotere haperingen en moeiten kom ik tegen bij mensen, die alleen in het leven staan.
Of bij mensen die gestresst, burn out of angstig of oververmoeid zijn, bij mensen die in angst voor een diagnose zitten of haperen voor een behandeltraject, dat moet worden ingeslagen.

Kijk, als je de diagnose 'blinde darmontsteking' krijgt, moet je geopereerd worden. Dan heeft twijfelen, haperen voor je naar het ziekenhuis gaat, niet veel zin. Maar als je de overweging mee krijgt: wel of niet behandelen of de keus uit verschillende behandeltrajecten, tja, dan ga je twijfelen en haperen.

Soms kom ik zelfs mensen tegen, die zo in angst of onder druk van spanning leven, dat ze zeggen: 'het hoeft voor mij niet meer'. Wat zou u nu het allerliefst willen, vraag ik.. 'DOOD', is het antwoord.
Anderzijds heb ik ook iemand gekend, die toen bij een second opinion de oncoloog opnieuw bevestigde: hoe dan ook kunt u niet meer genezen, niets liever wilde dan alleen maar: LEVEN!

Waar gaat het me nu om?

Als ik de mensen zie, vermoeid en niet zo'n klein beetje ook, door de dagelijkse strijd, spanning en angsten, niet zozeer voorjaarsmoe maar dodelijk vermoeid .. of als ik de mensen voortgejaagd zie, onder druk van keuzestress, van werkdruk, van op de verkeerde plek of in de verkeerde relatie voortleven, dan zie ik levensgroot voor mijn geestesoog: JEZUS!

Na een wat teruggetrokken leven in een rustig dorpje als zoon van een timmerman, gaat hij de wijde wereld in. Hij is daar zeker niet te jong voor. Vader en moeder Jozef en Maria zullen vast bij hun dertigjarige zoon hun hart niet zozeer vast gehouden hebben, omdat hij backpackend naar Australië wilde.

Een voorbereidingstijd van zes weken in de woestijn, een rondje lopen om het meer van Galilea en twaalf vrienden verder trekt hij drie jaar lang het land Israël door. Maar dan .. de horden mensen komen achter hem aan. Ze smullen van zijn verhalen. Ze putten hoop uit zijn wonderlijke genezingen. Ze vertellen elkaar zijn verbluffende wijsheden door en zijn twitterend 24/7 druk met de tweet 'zou hij het zijn? Hij doet ons opveren, stemt ons hoopvol..' Het lijkt wel voorjaar!
Het gonst weer van leven in Israël. Ondanks armoe, onderdrukking en overheersing is de zon doorgebroken; daar rond het jaar 30 van onze jaartelling.

En Jezus zelf? Hoe vaak lees je niet, dat hij zich even terug moest trekken, even in de boot het meer op, een tijdje de berg op om in de eenzaamheid te zijn ... Juist hij, die mensen aan elkaar verbond, kinderen aan hun ouders teruggaf en slaven aan hun meesters, die ouders en kinderen samen op het gras liet plaatsnemen om eens lekker te eten, die vaders hoop gaf door hun zoons te genezen, juist hij had die eenzaamheid zo nodig..
Jezus, hij zag de mensen als schapen zonder herder: moe, opgejaagd, uitgeput.

Hij zelf ervaart de kans op uitputting ook. Daarom zoekt hij die afzondering. Soms mogen alleen zijn drie meest close vrienden mee, maar soms wil hij ook helemaal in zijn eentje zijn. Is hij dan alleen? Nee, dan praat hij met zijn eigen vader, zijn hemelse Vader. Even bijtanken, zelf hoop en steun opdoen.

Dan kan Jezus het weer aan om herder te zijn en de mensen weer mee nemen: 'Kom allemaal maar bij mij, als je moe en belast bent en ik zal je rust geven. Neem mijn juk op je en leer van mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart en je zult rust vinden voor je ziel; want mijn juk is zacht en mijn last is licht' Mat. 11:28-30

Dit is de herder, die zijn leven zelfs waagt voor zijn schapen, sterker nog: al gegeven heeft..

He, ik rek me uit, voel het leven weer van binnen borrelen, de avonturen lonken! Laat het voorjaar maar komen! Bijna Pasen..









dinsdag 23 januari 2018

Ongelooflijk, onvoorstelbaar!

Gisteren zag ik de film 'Risen' op Netflix.

'Risen' gaat over de opstanding van Jezus, zoals de titel al doet vermoeden..
Het ongelooflijke van dit verhaal, het onvoorstelbare dat alle cynisme tart, is het thema.

We kijken door de ogen van een door de wol geverfde Romeinse tribuun, de rechterhand van gouverneur Pontius Pilatus, naar de gebeurtenissen in het weekend van Pascha in het jaar 33. 
Althans, het jaar 33 wordt in de film als startpunt genomen. Historisch correcter is het vermoeden, dat de gebeurtenissen rond de arrestatie, veroordeling, kruisiging en .. het verhaal van Jezus' opstanding net 
vóór het jaar 30 plaatsvonden. De jaartelling klopt dus niet helemaal. 
Maar dit terzijde.

Deze tribuun heeft juist een veldslag achter de rug, een opstand van Joodse relschoppers bloedig moeten neerslaan. Hun leider heeft hij eigenhandig de doodssteek toe moeten brengen.

Nog stoffig, bebloed en vies, verlangend naar een bad, krijgt hij van Pontius Pilatus de opdracht de kruisiging en de stort van de lijken van die bewuste vrijdag voor Pesach af te handelen. De tribuun neemt op de kruisigingsplaats, een heuvel, de beslissing om níet Jezus' benen te breken. Door het breken van de benen van een stervende zou het stervensproces versneld worden; de zon zou bijna ondergaan en de dag om zijn. 
Bij Jezus hoefden geen benen gebroken te worden, ziet de tribuun. Want Jezus is al gestorven. 

Wel steekt hij zijn pilum in Jezus' zij. Daaruit pulst een guts bloed, vermengd met water. Deze man is echt, helemaal dood.

Net voor de legionairs met hem de lijken in de afgrond naast de kruisigingsheuvel willen storten, komt Jozef van Arimathea met Nicodemus, een kar duwend naar de tribuun toe; ze vragen hem, of ze Jezus' lichaam mogen begraven. Dat mag. Zo wordt Jezus een massagraf bespaard.


Gaandeweg raakt de tribuun betrokken bij de gebeurtenissen. Hij moet het graf 'verzegelen' op aanvraag van Kajafas, de voorzitter van het Sanhedrin, de Joodse raad. Dit om verdere onrust en kletsverhalen over een opstanding te voorkomen. Helaas vergeet de tribuun de wachters van proviand te voorzien en drinken dezen zich een stuk in hun kraag. Op een nuchtere maag gaat dat snel.

De zondagochtend daarop volgend blijkt het graf leeg, Jezus' lijk is verdwenen!
De tribuun moet in opdracht van Pilatus op zoek naar diens lijk en de wachters verhoren. Dan traceert hij de discipelen van Jezus en in gesprek met hen en Maria Magdalena zien we zijn fascinatie en ongelovige verbazing langzamerhand groeien tot een obsessie om de waarheid te achterhalen: wat is hier nu echt gebeurd?

Dan, als hij al spoorzoekend alle elf overgebleven discipelen samen aantreft, ziet de tribuun ineens, dat er een twaalfde man in hun midden is. En het gezicht van de gestorven Jezus, de ogen nog open, dringt zich als in een nachtmerrie opeens op aan hem: deze twaalfde is de levende Jezus! De man in wiens dode ogen de tribuun gekeken heeft, zit hier levend en wel tussen zijn vrienden! Maar na een gesprek is hij ook zomaar verdwenen. Ze zoeken hem nog, maar hij is onverbiddelijk verdwenen.

De tribuun sluit zich aan bij de elf discipelen, die naar Galilea gaan. Hij gaat met hen mee op het meer om te vissen, redt onderweg hun levens van een achtervolgende Romeinse legereenheid, die uit is op de arrestatie of moord op de discipelen en komt weer oog in oog met de levende Jezus te staan. Aan het meer eten ze met elkaar, vis en brood. Ook de levende Jezus eet.

De fascinatie voor het onvoorstelbare, ongelooflijke fascineert mij op mijn beurt weer. 
Hoewel dit verhaal te ongelooflijk voor woorden is, al helemaal van papier maar zelfs van een 3D belevenis als een film niet te vatten is, is het een verhaal dat al tweeduizend jaar mensenlevens beïnvloed, wat zeg ik, op zijn kop gezet heeft. Niet alleen de tribuun, ook ik ben gefascineerd en door dit verhaal meegesleept. De cruciale (tekenend! 'kruis')vraag is: geloof je het of geloof je het niet?
Aan die vraag kun je niet makkelijk onttrekken.

Ieder heeft zijn eigen levensverhaal. Soms is je eigen verhaal al te ongelooflijk voor woorden. Als ik naar mijn levensverhaal kijk, weet ik zeker, dat als iemand me het op jonge, zeg zestienjarige, leeftijd had verteld, ik het niet geloofd had. 

Ik heb een gang door het leven gemaakt, die lijkt op een kanotocht op een wildwaterrivier. Niet altijd, wat zeg ik, meer niet dan wel, was mijn kano toegerust op de wilde stroom, waarin ik werd mee gevoerd. Ik had gelukkig soms mijn peddel op tijd bij de hand, of zag soms om de hoek een graspol om me aan vast te grijpen, dan weer om de bocht een helpende hand uitgestoken. Zo heb ik mijn tocht weten af te leggen. Onderweg verloor ik veel maar won nog meer. Misschien is veel kwijt raken vaker winst dan verlies.. travel light, heb ik ondervonden. Dan kom je ergens.

Eén van de voorbeelden van een ongelooflijke, onvoorstelbare wending in mijn leven was, toen ik als veertiger, er achter kwam, dat ik verliefd op een vrouw was. Dat was een 180 graden omkeer voor mijn heteroseksuele voorstellings-, denk- en geloofswereld. Ik had altijd 'heilig geloofd' in het gezin, in de relatie van man en vrouw, in die enig mogelijke bedding voor het opgroeien van kinderen, in het kerngezin binnen de grote familie. Tot dat moment had ik zelf ook zo geleefd. Mijn hele levenshuis was daarop gebouwd.

Toen ik halverwege de veertig was, bleek ik te zijn gescheiden, uit de kast gekomen en bleek een relatie met een vrouw vele malen reëeler en mij warm bij het leven betrekken dan mijn leven voor mijn veertigste. Elke afstand of reserve naar 'leven' was in me verdwenen, opgelost. Ik ervoer het als een genezing. Mijn grootste vraag was, of ik dit zoveel meer leven ervaren wel kon verenigen met een leven met God, met kunnen bidden en tot me nemen van Gods openbaring in de Bijbel.

Die vraag heb ik omgezet in een weg; deze weg ben ik ingeslagen en bleek een grote kracht in mijn leven! Ik kon én lesbisch én gelovig zijn, het bleek heel natuurlijk voor mij te passen! 
Deze weg met God inslaan is mijn redding geweest, levensreddend in therapeutische, psychologische en geestelijke zin, zo holistisch als ik me maar kon wensen.

Een totale omkeer die voor mijn veertigste onvoorstelbaar en te ongelooflijk voor woorden of zelfs voor een film was geweest, maar die een werkelijkheid voor mij werd, waarin ik kon leven, geloven en werken. Zelfs mijn kinderen konden met mij verbonden blijven en ik met hen, doorgroeien naar nieuwe banden en wegen.

Met deze omkeer in mijn leven vergelijk ik mijn geloof in dit onuitsprekelijke wonder van een lijk, dat na hemeltergend lijden tot een nieuw leven gewekt wordt en al duizenden jaren als DE LEVENDE tot mij en vele anderen spreekt.


Ergens onderweg gaat door de stap te wagen in dit wonder, in deze onvoorstelbare inbreuk in onze werkelijkheid, de knop om: ja, ik geloof maar vraag me niet hoe dit kan!







Jesus revolution!

 'Jesus Revolution' is een film die half februari 2024 op Netflix gepubliceerd is, uit 2023.  De film gaat over de 55 jaar oude Jezu...