zondag 18 februari 2024

Jesus revolution!

 'Jesus Revolution' is een film die half februari 2024 op Netflix gepubliceerd is, uit 2023.  De film gaat over de 55 jaar oude Jezusbeweging en trok mijn aandacht. De Jezusbeweging waaide vanuit de VS ook naar Nederland over.

Deze actuele release komt samen met het 50jarig jubileum van de musicalverfilming ‘Jesus Christ superstar’ en de recent in Nederland draaiende remake van de musical: 1973-2023. 



Juist in deze tijd voor Pasen 2024 houden beiden mij bezig. In 1975 was ik als puber enorm onder de indruk van de muziek van ‘Jesus Christ superstar’, al zag ik de musicalverfilming pas vele jaren later. Ik kende de muziek via mijn vader, die als godsdienstleraar de film in verband met zijn werk in de bioscoop ging zien. We praatten erover thuis; er verschenen allerlei vlugschriftjes die beïnvloedbare pubers aan het denken probeerden te zetten over wie voor hen Jezus was: een superheld, een ster of de verlosser?

De muziek en het verhaal, vanuit Judas’ oogpunt geschreven, hielden mij als puber diep bezig. Ik was als christen opgevoed, met het standaardverhaal vanuit de Bijbel: de Jezus in het Nieuw testament was een zachtaardige God in mensgedaante. Hij werd verraden, verloochend, verlaten door zijn eigen vrienden, namens de mensheid en stierf aan het kruis, zich zelfs door God verlaten voelend.

Dit beeld kreeg later voor mij veel meer lagen, maar dat Jezus aan zijn eigen goedheid ten onder ging, zich liet offeren, was kortweg het verhaal waarmee ik christen was. De clash tussen het verhaal in de rockopera vanuit Judas’ slachtofferrol en de Nieuwtestamentische versie bezorgde me wel vragen, waar ik mee bezig was maar me niet m’n geloof in de Jezus van het NT ontnamen. Ik vond beide versies wel inleefbaar, als verhaal ‘sterk’. 

Ik vermoed, dat het geen enkele schrijver, componist of producent om iets anders dan een ‘sterk verhaal’ ging. Alle elementen voor spanningsbogen en tragiek liggen voor het oprapen. Beide, zowel de Jezusbeweging die in Californië startte als de musical ‘Jesus Christ superstar’ontstonden in de hippie-cultuur. Nu ik me er weer in verdiep: in de hitte van de woestijn, aan de Dode Zee en Californië, de golf van San Francisco. Geweldige natuur ... vast bijdragend aan de verhitte gemoederen rond ‘Jezus’.

De schrijvers van de musical, componist Andrew Lloyd Webber en tekstschrijver Tim Rice, brachten de rockopera al in 1970 uit. Zij waren beiden Britten, curieus genoeg als je bedenkt, dat de wortels van de hippiecultuur en de Jezusbeweging in de VS liggen.

De Jezus-partij in hun rockopera werd gezongen door Ian Gillan, zanger van hardrockband Deep Purple. Zijn vrouwelijke tegenspeler, Maria Magdalena, werd vertolkt door Yvonne Elliman. Zij werkte ook aan de musicalverfilming mee, in tegenstelling tot Ian Gillan. In deze versie vertolkte Ted Neeley de Jezuspartij; een rol waarmee hij nog steeds, 50 jaar in theaters optreedt.

Wat me bijblijft en opvalt, is dat de figuur van ‘Jezus’ mensen in allerlei perioden zo bezighoudt, vriend en vijand zo te zeggen. Daarnaast raakt me in deze periode de hippie-versie want ik heb zelf de Jezusbeweging meegemaakt, in zijn uitwaaieringen en gevolgen.

Ik was tiener toen de Jezusbeweging ontstond, twintiger toen ik theologie studeerde en maakte toen als jongerenwerker veel jongeren mee, die ergens geraakt waren door Jezus en in de war raakten van al die versies, visies, menselijke vertolkingen, ook van ‘door Jezus’ aangeraakte profeten en genezers. 

Goeroes waren er velen in de seventies en eighties: mannen die met charisma en grote verhalen volgelingen wierven, bewegingen op gang brachten die vervolgens uitwassen kregen. Ik zag jongeren in twijfel raken over hun geloof of zoektocht ernaar, omdat vooral goeroes en dat waren altijd mannen zelf van het padje raakten en hun menselijke neigingen naar machtswellust, geldlust, seksuele lust religieus vermomden en kwetsbare mensen misbruikten of in de war brachten. Religieuze manipulatie: ik was er later druk mee als programmamaker bij tv; als redactie wilden we deze vorm van manipulatie, misbruik ontmaskeren en de slachtoffers ervan een hart onder de riem steken, hen helpen uit de war te raken. Ook als docent deed ik veel jaren een duit in dit zakje: keer terug naar de basisversie, wat er in de bronnen staat. Ook al weet ik als theoloog, dat de bronnen uit meer mondelinge overleveringen ontstaan zijn.

Wat houd ik na al die jaren van de Jesus'tijd' over? Jesus Christ Superstar is geëindigd als een desillusie, een in de woestijn verdampt hippie-ideaal van een ideaalgoeroe en nieuwe ideaalsamenleving…?

Voor mij is het nog net zo intrigerend als toen, toen de Jezusbeweging rond 1970 ontstond, dat zoveel jongeren (net als ik) zoekend waren in een veranderde cultuur en wereld. In mijn tienerjaren en adolescentie was er ‘een generatiekloof’, een groot cultureel verschil tussen de cultuur van mijn ouders generatie en de mijne: ik was als oudste een echte zoeker, breker met de cultuur van m’n ouders. In ieder geval in muziek: ik ging gitaar spelen, bij een jongerenbeweging, verwant aan de Jezusbeweging: Youth for Christ. En dag en nacht was ik bezig met hard rock, new wave, symfonische rock, folk, pop in het algemeen.  Voor school las ik literatuur van ‘nu’, al was ik ook geacht de klassieke literatuur te lezen in Engels, Frans en Duits, naast Nederlands, zelfs in Grieks en Latijn. Geen wonder dat ik voeling nodig had met m’n eigen generatie. De generatiekloof en die overbruggen vroeg veel van mijn energie: om mijn muziek te mogen luisteren en mijn films en series te kijken en te struinen, rond te dwalen in m’n eigen wereld. Als twintiger was ik bezig meer van de wereld te zien, te reizen, overal mensen te spreken, tussen mezelf en anderen bruggen te slaan. Engeland, Oostenrijk, Frankrijk, Griekenland, (Kreta), Israël, Brazilië. 

Zoeken was een klus, ontdekken mooi en aan beleven had ik dagwerk. De Jesus-beweging overbrugde voor veel jongeren als ik de kloven tussen ‘onze’ cultuur en de oude verhalen.  Het was een brug en daarmee een redding; maar aan de uitwassen had ik geen behoefte. 

Ik had nog veel meer werk aan mezelf te doen, veel te ontdekken en op z’n plek te krijgen…

Ik kon wel meemaken, dat liefde het antwoord was (love & peace, no war!); maar had nog geen invulling, diepte, kader voor mezelf voor ‘liefde’, hoe Gods liefde en zelfliefde voor mij zich tot elkaar verhouden. Ik kende mezelf nog niet. In mij waren deuren voor mezelf nog gesloten.

Ik herkende me in hippies, de jongeren van m’n eigen tijd, in het zoeken, gevoel van ontworteld zijn in een gewelddadige wereld die om geld en macht draait. Ook ik was niet genoeg in contact met mezelf, leefde m’n eigen leven niet, was te vaak verhuisd en daardoor ontworteld en van de ene in andere bodem gepoot. Ik was het meest thuis en geworteld in God en Gods liefde, dus was de Jezusbeweging voor mij globaal herkenbaar. Mijn ouders leefden het geloof zelf ook, dus klopte mijn jeugd in dat opzicht. M’n vader vond trouwens zelf in de Jezusbeweging ook veel: Vaderliefde voor een wees, als jongere.

Zelf zocht ik niet in drugs, wel in muziek; vaak genoeg een trip. Tegelijk verbond muziek maken me met anderen, bij YfC, in Engeland met allerlei jongeren uit heel Europa (allemaal vrijwilligerswerkers), op Kreta, in Israël.  Klezmer spelend op straat, Ierse folk, spirituals en ballads spelend. 

Zo komt in de Jezusbeweging veel van m’n jonge jaren terug en blijkt het zeker de start van mijn leven gestempeld te hebben.










zondag 18 juni 2023

Balagan!

 De laatste maanden of beter drie kwart jaar hebben voor mij in het teken van het avontuur gestaan: van een reis met werken en leven in een internationale, christelijke leefgemeenschap in Israel; op nederzetting Nes Ammim. Ik ben uit mijn dagelijks leven en werk gebroken voor een paar maanden om te doen, wat ik al een tijd wilde: er uit!

Uit het ritme, de flow of de tred van de wekelijkse gang in mijn werk, waardoor mijn leven bepaald wordt.
Ik wilde ook de nederzetting Nes Ammim helpen met overleven door en na de jaren van lockdown. En tenslotte wilde ik in die gepolariseerde samenleving een kijkje achter de voordeur nemen, mensen spreken die in Israel werken en wonen: over hun omgaan met die polarisatie. Nes Ammim was mijn vertrekpunt; daar werken mensen uit Europa en de VS aan dialoog tussen Israeli's en Europeanen, tussen christenen, Joden en Moslims, tussen Joodse en Arabische Israeli's, tussen oud en jong... zoveel bubbels, zoveel kloven te overbruggen!


Ik brak uit mijn ritme en ging dus een fase 'anders leven' in. Voor mij, hoewel ik altijd me een zigeuner gevoeld heb (misschien mijn roots in de hippietijd? Of oudere genen...) , tóch een avontuur, want het was al wel lang geleden, dat ik eens iets heel anders deed met mijn tijd, energie, met mijn wortels en talenten; en te lang geleden dat ik zo'n tijd buitenslands was.

Ooit ben ik 6, 7 weken in Brazilië geweest, heb ik dit land wat leren kennen. Ik was al eens 3 weken op een moshav in Israel geweest, 3 weken in Engeland gewerkt en gestudeerd, maar dat waren kortere perioden. Ik heb altijd op mijn bucketlist gehad om naar Santiago te lopen, maar daarvoor heeft me de tijd tot nu toe ontbroken of de levensomstandigheden om dit avontuur uit te werken.

Mijn avontuur in Israel dit jaar was één, die ik samen met Elsbeth heb ondernomen: het was heel mooi om er zo samen in te duiken, op pad te gaan, vele hikes in natuurreservaten te doen en mensen te interviewen waarbij Elsbeth de camera bediende. Samen beleefden we indrukwekkende momenten. 

Ik noem er één: ik was voor de zesde keer in Israel en had ooit in de 1987 Sefat (Zefat, hoe je het ook wilt schrijven) bezocht. Ik vond het een mooi bergstadje en fascinerend, hoe kleurrijk en vooral hoe mooi het blauw was van de huizen. Er waren toen veel kunstenaars op straat, die zich achter hun palet door het uitzicht en panorama op de omliggende bergen lieten inspireren: daar wilde ik heen terug. We kwamen er op Sabbat en alles was dicht; zelfs de frisdrankautomaat was voorzien van een hangslot. In de synagogen die wel open waren, voelden we ons niet welkom tussen de mannen in het zwart. Sefat bleek een ruk naar rechts, conservatief orthodox Jodendom te hebben doorgemaakt. We zagen niet één kunstenaar meer op straat aan het werk. De galeries waren dicht, leek het. Ik duwde tegen een deur van een galerie, die er dicht uitzag en ineens kierde hij open en konden we via een gangetje toch in een hofje rondkijken: prachtig! Er hing genoeg kunst.  Maar niets was vandaag te koop, want het was Sabbat.

We waren daarmee echt uitgekeken en liepen terug naar de auto. Onderweg zagen we een park op een heuvel, een burcht uit de kruisvaarderstijd begrepen we. Toen we in het park liepen, de heuvel op, hoorden we van boven af gezang. We zochten een ingang en moesten door een heel smalle donkere tunnel (alleen het lichtje van mijn mobiel bij ons) lopen om in het hart van de heuvel of burcht uit te komen. Daar stond een groep meisjes, jonge vrouwen beter gezegd, hand in hand te zingen op  voor ons geweldig indrukwekkende manier: de zíel van de sabbat klonk hier voor ons in door: moed koesteren voor een betere, mooiere, vrediger, schoner en liefdevollere wereld. Die moed en bezieling werd er hartstochtelijk in gezongen!

We voelden van elkaar, hoe geëmotioneerd we waren, konden geen woord uitbrengen en tranen stroomden over onze wangen. Dít was Sabbat, zó je hoop en passie voelen gloeien en als een kaarsvlam aanwakkeren tot een vuur! De meisjes hielden kaarsjes en mobiellampjes vast om in het donker een cirkel van licht te creëren. Toen erna ook mannen in zwarte jassen met pijpenkrullen naar binnen wilden dringen om hún gezang aan te heffen, voelde dit en het geweld waarmee ze zongen bijna als ontering van de krachtige en gewijde manier van zingen, die de meisjes hand in hand hadden doen klinken ... 

De huifkar met het balkon is een plaatje voor mij geworden van het avontuur, dat we deze paar maanden ondernamen.
We werkten en leefden mee in de leef-werkgemeenschap, maakten muziek en foto's, hielpen waar we konden, zongen om het kampvuur, leefden buiten als zigeuners en ondervonden, hoe het leven is, als je veel loslaat, je agenda vooral dicht laat en je met mensen die je niet kent aan de praat gaat.

Het leven is, zoals Israeli's in de hitte en drukte van hun keukens, met de handen in het zeepsop of bakvet, uitroepen 'balagan'!! Een zootje, een chaos!

Het balkon van de huifkar van de zigeuner heeft binnen het Jodendom als woord een reis afgelegd, van huifkar met balkon naar 'balagan': synoniem voor het ongestructureerde leven, de uitdragerij van de huifkar geworden. 

Wat een zooi, wat een balagan! Maar uit de chaos kan iets moois en nieuws ontstaan en gecreëerd worden.. wát, is nog niet duidelijk. Dat hoeft ook niet. De beste eieren doen er 9 maanden over, voor je ziet, wat er uit komt.

https://www.chabad.org/library/article_cdo/aid/4083146/jewish/What-Is-the-Meaning-of-Balagan.htm?fbclid=IwAR1DCHJiea2zkmqPeeLySpaoFNhRiwDXrHfLUXLmn1HP2DjkZMn39wpHVXk 




zondag 7 juni 2020

Roots en religie





De hele documentaire over Broeder Dieleman: https://vimeo.com/196432360

Mijn Zeeuwse jaren waren die van 2014-2018. Misschien symbolisch: 100 jaar na de grote oorlog.

Op Walcheren woonde ik en werkte ik. En zo graag als ik er woonde, zo moeizaam werkte ik er. Zo mooi de muziekoptredens die ik er bezocht, het zelf muziek maken en het samenspelen daar was, zo heerlijk als de natuur in de zomer en zo troostvol en dichtbij de zee altijd was, zo stram, stijf en van hout was de kerkelijke organisatie: oerdegelijk eikenhout, gehakt voor de eeuwigheid. Onbuigzaam, met de poten stevig in de klei, niet omver te krijgen.

Vanuit Walcheren waren we zo via de tunnel in Zeeuws-Vlaanderen en snel in Vlaanderen.  In een uurtje in het centrum van Gent! Heerlijk  eindeloos te lopen door de mooie oude stad, langs de leien.
Ik was al in 2013 in Ieper geweest, zelfs op sollicitatie. Wat een fascinerende stad, Ieper, met zijn dagelijkse herdenkingen van de gevallenen in de eerste Wereldoorlog!  Het zouden voor mij heel boeiende jaren zijn geweest om juist van 2014-2018 in Ieper te wonen en werken. Maar dat werken in Ieper werd 'm niet, dus het wonen in Vlaanderen ging niet door. Toch ben ik er nog heel wat keren terug geweest: lopen en sfeer snuiven in die prachtig herbouwde, die ooit zo verwoeste stad.
Zo ook door Brugge en Gent. Vlaanderen en Zeeuws Vlaanderen hadden die bijna niet-Hollandse sfeer, de makkelijkheid van de zuidelijke Nederlanden. In de muziekoptredens die ik bezocht, kwam dit terug. Heerlijke oases.

Maar de noordelijke en zuidelijke Nederlanden klapten daar op Walcheren in de kerken genadeloos keihard op elkaar.  Zols de springvloed op de kust beukt. In de kerken bleek het archaïsche van het vroeger zo strakke Calvinistische noorden, het Hollandse in een ouderwets aandoend, deftig VOC jasje af te ketsen op de zuidelijke, meer Bourgondische, makkelijker mentaliteit.
Waar een biertje en wat folkmuziek zo gemaakt is, een terrasje altijd klaar staat voor een babbeltje, overal wel een festival in de buurt is en je tent ook zo staat, de markt en de speciaalzaakjes uitnodigen tot eindeloos struinen, is op Walcheren de cultuur in kerkelijke kringen strenger, zwarter en soberder: er moet gewerkt , niet gezeurd worden en geluisterd in de zin van gehoorzaamd en in het gelid gebogen worden.

Als ik dit optreden van Broeder Dieleman in de Spot in Middelburg beluister, komt het allemaal boven: ik herken de fascinatie door de strijd tegen de elementen, door het water en de altijd woedende wind, de zwaarte van het leven en werken op het land en op zee, maar ook de trots en het eigene van de levensfilosofie en het levensgevoel van de Zeeuw, het onbuigzame van de man in de wind. Dit in reliëf: afgetekend tegen het ontzag, de eerbied voor God, het eenzame gesprek met de eenzame knokkers in de Bijbel, zoals Jacob 's nachts in zijn droom over de ladder, die tot in de hemel reikte en in zijn strijd met de engel bij de Jabbok. Dit komt allemaal bij Broeder Dieleman voorbij.  Ik ervaar bij hem niet de Walcherse somberheid, wel de intuïtieve gevoeligheid en aandacht voor het detail: hij is geïnspireerd door en geworteld in het Zeeuws-Vlaamse land, een man op de grens tussen noorden en zuiden. Bij hem wordt natuurbeleving klank. Zijn oorsprong klinkt in al zijn gelaagde liedjes door.

In deze quarantainetijd word ik veel geconfronteerd met regels en dreigende boetes, voorschriften terwille van veiligheid van ons allemaal. Dit is te begrijpen, al valt het niet mee. Deze regels zijn als de hygiënevoorschriften in de Thora, over rein en onrein. Zinnig en uit respect voor het heilige van het leven, het bloed dat vol passie door ons aller aad'ren stroomt.

Deze voorschriften zijn anders dan de eikenhouten regels en de het leven en groei remmende 'vastigheden', waaraan mensen in de storm van veranderende tijden zich vastklemmen. Alsof hun leven er vanaf hangt!
Zolang de regels van buiten naar een mens toe moeten komen en die hem vastheid, basis en verworteling moeten bieden in leven en geloven, is het in mijn gevoel armoe troef. Als de verworteling in de diepe liefde voor God en het leven zelf gegroeid is, kunnen de takken vér reiken: dan kan het leven zich alle kanten op ontwikkelen en wordt je niet zomaar omver geblazen! Waar weinig bomen zijn en alle wortels in zilte klei nog jong zijn, daar moet je je poten wel zelf stevig in de klei zetten om niet omver geblazen te worden. Ik zie liever mensen zélf groeien zoals bomen, diep verworteld in God dan groei en verandering mijdend regels in stand houden. Dan kun je mee  bewegen in de storm van de veranderingen, of ze nu vanuit de cultuur komen of van een onzichtbaar geniepig monstertje dat zich vermomt als biermerk.

Om met Broeder Dieleman te spreken: 'de liefde is de eerste wet'. Van wie zou hij 't hebben?

woensdag 26 februari 2020

Op weg, loslopen bij vastlopen


Deze pagina biedt mogelijkheden tot
zelfinzicht, gesprek en psychopastorale coaching.

Als pastor en predikant heb ik me gespecialiseerd in meelopen met mensen 
in allerhande levensproblematiek en daarom nodig ik je uit verder te lezen. 
Om een paar voorbeelden te noemen:

        *  traumatisering

        *  homoseksualiteit in de acceptatie in jezelf en je omgeving
        *  verlies en rouw
        *  geestelijke en zingevingsvragen
     
Allerlei levensproblematiek kan vragen om iemand, die luistert, meedenkt, meeloopt op je weg; om niet in depressie te belanden of geestelijk overbelast te raken.
Een klankbord.

Je kunt naar een huisarts stappen, naar een therapeut, deelnemen aan een praatgroep of groepstherapie, allerlei spirituele zelfgeneeswijzen uitproberen; er zijn mogelijkheden te óver. Velen hebben deze mogelijkheden ook benut en deze wegen bewandeld.


Ik geloof, dat onze Schepper een mens in een geheel van lichaam, ziel en geest 
heeft gemaakt.
Of in Bijbeltaal gezegd, in de woorden van Genesis: als een aarde- of kleiwezentje ('adam'), dat door God beademd en tot leven gebracht is. Eigenlijk 'wakker gemaakt tot leven'.

Zo vaak is in ons leven iets aan de hand, waardoor we maar half wakker zijn, half leven of aan het overleven in plaats van echt volop leven. We hebben nodig op-nieuw tot leven 
en wakker gemaakt te worden.

Tot nieuw leven kan uiteindelijk alleen onze Schepper ons wakker maken. Maar als pastor en predikant loop ik toch ook graag een eind met je op: op weg, om bij vastlopen wat los te lopen.


'Het loopt wel los', zeggen we nogal eens. En inderdaad lost veel zich in de loop de tijd vanzelf deels op van wat op dit moment overweldigend groot of onbeheersbaar lijkt.


De tijd heelt inderdaad ook wonden. Maar je hoeft dat waarin je vast zit, niet op z'n beloop te laten.

Je mag op de uitnodiging ingaan om iemand in te roepen, die met je  oploopt, om het loslopen te versnellen en je gang door het leven makkelijker en draaglijker te maken.

Dat kan door gesprek met mij aan te gaan, bij een eind lopen maar ook per mail of thuis, bij u of jou of in de Kapel aan de Rijksweg in Duiven. Mogelijkheden genoeg om tot luisteren, meedenken en gesprek te komen. De gesprekken laat ik graag bezinken in gebed bij een kaarsje.



Jolande van Baardewijk

Drs. praktische theologie, docent, predikant en programmamaker
   

vrijdag 24 januari 2020

Netflix-serie 'Messiah'


Op Netflix is het eerste seizoen van de serie ‘Messiah’ te vinden. In de serie komt vanuit Syrië een man wereldwijd in de media, die messiaanse trekjes heeft. Een donkere jonge man van ongeveer 30. Hij blijkt van christen-Joodse afkomst, al duikt hij op in Syrië en spreekt hij Arabisch. Syriërs zien hem, als rechtgeaarde Sjiieten, als de teruggekeerde Isa, Arabisch voor Jezus. Ze noemen hem daarom ‘Al Masih’, Arabisch voor ‘de Messias’.


Sjiieten vormen een minderheidsstroming in de Islam, die sterk toekomstgericht leven, in de hoop op de terugkeer van de opvolger van Mohammed. Zij leven met een toekomst-droom van een verlosser, die zal ingrijpen. In ‘Messiah’ wendt Al Masih een zandstorm af van Damascus, die anders iedereen zou verzengen. Door de zandstorm wordt ook de belegering van Damascus door ISIS afgeblazen.
In die zin is deze interventie, de tussenkomst van Al Masih, een dubbele verlossing.

Syriërs beginnen Al Masih te volgen en een stroom van jong en oud volgt hem de woestijn in. Weg van de overheersing en gevaren door ISIS. Als een Mozes leidt Al Masih zijn volk. De tocht eindigt bij de Syrisch-Israëlische grens. Al Masih wordt ondertussen tot stilstand gebracht, voor hij mét zijn volgelingen de grens over kan steken, Israel in. Het beloofde land. Hij wordt als terrorist, als fanaat gezien en met wapens op afstand gehouden. De prikkeldraad-versperring staat huizenhoog tussen hem en zijn volgelingen aan de ene kant en de Israëlische militairen aan de andere kant in. Pas na verloop van tijd dringt door, hoezeer de stroom van de Masih volgende Palestijnen, zo blijkt, zonder water en eten zitten en levensgevaar lopen. 

Terugkeer naar Syrië is de volgelingen zonder water en voedsel onmogelijk, maar Israel in kunnen ze ook niet! Een humanitaire ramp is op handen. Dan mogen hulporganisaties toch mondjesmaat water en voedsel verstrekken. Ineens is echter Al Masih verdwenen. Dit verdeelt na een tijd zijn volgelingen: was hij een valse Messias? De meest gelovige volgeling blijft op een gegeven moment alleen achter bij de grens, de rest trekt naar Jordanië weg. Al Masih duikt vrijwel direct er na op in Jeruzalem. 

Inmiddels is de CIA en de Israëlische politie hem op het spoor; de handen worden hier en daar ineen geslagen om Al Masih op te pakken, die als een onruststoker wordt afgespiegeld. In Jeruzalem loopt Al Masih ineens over het tempelplein, dat uitsluitend Arabisch gebied is. Tussen de biddende moslims loopt hij ongestoord naar Mohammeds laatste plek, de gouden koepel die een gedenkteken voor Mohammed is, van verre de blikvanger van Jeruzalem. 

Als Israëlische militairen op de trappen naar boven jacht op Al Masih maken, sterft een jongen door een verdwaalde kogel. Al Masih raakt hem aan en de jongen komt weer tot leven! Natuurlijk staan mensen met hun mobieltjes er boven op. De jongen en zijn familie moeten schuilen voor alle aandacht. Daarmee groeit de mythe rondom Al Masih alleen maar. Zowel onder moslims als onder christenen groeit zijn aanhang en de hoop, dat hij de beloofde, komende Messias zal zijn. Onder Joden is alleen scepsis en cynisme. 

Terwijl in Israel naar Al Masih gezocht wordt en hij uiteindelijk gevangen gezet wordt, duikt Al Masih vervolgens op in de VS. Is hij op eigen kracht uit de gevangenis ontsnapt? Heeft iemand hem vrijgelaten en wie? Het onderzoek loopt steeds achter de feiten aan.

In de VS duikt Al Masih naast een pubermeisje op, dat - opnieuw in een storm, een tornado - een schuilplaats zoekt in een tunnel. Hij redt haar, volgens haar zeggen, en later op een brug bij een suïcide-poging opnieuw. Het meisje is de dochter van een predikant, die de wanhoop nabij is. De predikant is tijdens de tornado bezig zijn eigen kerk in de brand te steken. Terwijl om de kerk heen alle gebouwen door de tornado met de grond gelijk gemaakt worden en auto’s omgezwiept worden, blijft de kerk als enige gebouw fier rechtop staan. De vrouw van de predikant weerhoudt haar man, na zijn in de weer zijn met een benzineblik te hebben gezien, om daadwerkelijk de kerk vlam te laten vatten. Dat is maar goed ook!

Als hun dochter terugkeert met haar ‘redder’, is de predikant, een labiele man, enorm onder de indruk en schiet in de rol van volgeling van Al Masih én pastor voor allen, die in het stadje óók Al Masih gaan volgen. Vanuit het hele land komt een stroom volgelingen, waaronder vooral hippies en zieken, op gang die in het verwoeste stadje hun tenten opslaan of in hun hippie-busjes slapen. Het verwoeste stadje is een merkwaardig toneel geworden. De sfeer van Woodstock lijkt weer te zijn herleefd. Peace and love! Op een gegeven moment geeft Al Masih aan de predikant de keus om uit het stadje weg te trekken mét alle volgelingen. Zonder te weten waarheen stapt de predikant met zijn vrouw en dochter én Al Masih in zijn bus en gaat rijden, gevolgd door een enorme rij volgauto’s en politiewagens. 
Op een kruispunt kan de predikant verder westwaarts de Amerikaanse Bible belt op rijden  óf oostwaarts en komt even de plaatsnaam ‘Waco’ in beeld. De plaats waar ooit een sekte massaal zichzelf, elkaar doodde.

Daar ergens wordt een stop gemaakt, waarbij de dochter van de predikant Al Masih met haar mobiel op de foto zet: vóór een signpost. De letters DC zijn nog net in beeld. De foto gaat via haar account rond en haar eigen volger-aantal stijgt tot gigantische hoogte, wat het pubermeisje een gevoel van zingeving aan haar saaie leven bezorgt. Zij gelooft!

Terwijl de tocht vervolgd wordt, blijken alle media er inmiddels vanuit te gaan, dat Al Masih naar Washington DC wil. In Washington ontstaat uiteindelijk een enorme file, die tot stilstand komt voor het monument. Ieder stapt uit en Al Masih loopt na een korte speech over het water van een vijver naar de overkant. Zelfs CIA en Israëlische politie staat met open mond toe te kijken en de beelden gaan vanaf mobiels de hele wereld over. De suggestie dat hier de Messias is, is sterk. De CIA zet ondertussen het eigen onderzoek voort en ontdekt, dat Al Masih eigenlijk Payam heet, een broer heeft, in Iran is opgegroeid als zoon van Joods-Christelijke ouders, die vroeg overleden en door een oom daarna is opgevoed, die illusionist was. Daarnaast heeft de Iraniër Payam ook kort in de VS gestudeerd bij een professor, die als staatsgevaarlijk is vervolgd door de VS en zich in Rusland heeft gevestigd. Deze professor, bekend van zijn boek met radicale ideeën, blijkt zijn ideeën te hebben ontleend aan een scriptie van Payam. Zelfs de Amerikaanse president komt in de ban van Al Masih.

Als Al Masih gevraagd wordt voor een evangelische tv-show (dienst), stemt hij toe, maar vóór hij het podium opstapt, blijkt hij via de achterdeur te zijn verdwenen en tussen twee mannen in een onbekende auto te zijn weggereden. Het is de Israëlische politie, die na tussenkomst van de vice-president van de VS, Al Masih ontvoert en per vliegtuig naar Israel afvoert om in een donkere cel opgesloten te worden. Het vliegtuig wordt echter boven de middellandse zee opgeblazen en zo lijkt het verhaal van Al Masih te eindigen, wat mensen betreft.

De laatste beelden van de eerste serie zijn, dat tussen de brokstukken van het vliegtuig en de lijken, Al Masih zich over een Israëlische militair buigt, die vervolgens tot leven komt. Deze ziet daarna Al Masih een andere militair tot leven wekken, die zijn hand kust.
Is Al Masih dood geweest en tot leven gekomen, waarna hij ook anderen tot leven wekt? Of is hij - wonderlijk genoeg - niet omgekomen? Zal de Israëlische militair zijn cynisme overwinnen en zich ook overgeven?

Als kijker ontsnap je niet aan de suggestie, dat hier de Messias is. Ondanks momenten waarop je je afvraagt: waarom zou een Messias dit doen? Eén daarvan is het moment dat Al Masih een hond uit z’n lijden verlost. Door hem dood te schieten. Een Messias met een geweer? Een Messias die zich met dieren bezighoudt? Al is het op aanvraag van een jongen.. 
Een schepsel uit zijn lijden verlossen is, zoals hoe ik de Messias in de Bijbel tegenkom, een voor de hand liggende daad van barmhartigheid. Maar dit kan op twee manieren: door het schepsel te genezen of inderdaad door het leven van het schepsel te beëindigen. In de Bijbel komt echter de dood nooit als een ‘verlossing uit het lijden’ uit de hand van de Messias.
En de Messias in de Bijbel spreekt wel over dieren, bijvoorbeeld over vogels; maar hij neemt hen als voorbeeld voor mensen.

Ook het moment dat Al Masih over het water loopt, is gek genoeg zo’n twijfel-moment: wat was het nut van dit ‘wonder’ op dat moment? Er was geen aanleiding, geen doel voor deze daad. In de Bijbel loopt Jezus niet zomaar over water, omdat hij het warm had, er zin in had of gewoon ‘omdat het kan’. Hij loopt naar zijn vrienden toe, die op het water in nood verkeren; met het doel dat zij Hem vertrouwen.

In ‘Messiah’ lijkt Al Masih een aantal keer ‘Jezus’ dingen te doen om alleen de suggestie, dat hij de Messias is, te wekken. In dat opzicht snap je meteen, hoe kloppend de ontdekking van de CIA is, dat Payam is opgevoed door een illusionist.

De CIA agente die het onderzoek doet, is zelf van Joodse afkomst. Een openstaande, prikkelende vraag is, hoe zij in de vervolgserie zal omgaan met de ‘feiten’, die voor wie ook maar multi-interpretabel zijn. Haar eigen vader was volgens haar altijd een glasharde egoïst. Maar deze raakt in de ban van Al Masih en ervaart voor het eerst verbinding, op z’n oude dag. Je kunt met je eigen ogen wonderen waarnemen en onder de indruk raken van woorden en daden van deze de religies overstijgende jongeman en tegelijkertijd in hem een staatsgevaarlijke godsdienstfanaat zien. Net als in Jezus’ tijd gebeurde met wie ook maar met Jezus te maken kreeg. 

Er blijven twee kanten aan éénzelfde zaak. Dit dubbele roept ook de vraag bij mij op: is volgen en volgeling zijn kritiekloos? Kun je ook kritisch volgeling zijn? Ja juist, denk ik dan. Dat is menselijk en zoals mensen geschapen zijn.

Was Jezus zelf juist vaak niet kritiekloos Zichzelf, aanwezig in allerlei misstanden van zijn tijd? Heeft Hij het ooit vóór dieren opgenomen en zich tégen dierenmishandeling uitgesproken? Heeft Hij het af en toe voor een slaaf of vrouw opgenomen, voor een samaritaan of buitenlander, maar dit ooit tot mensenrechten verwoord of tot politiek programma gemaakt? Heeft hij ooit aanleiding gegeven met z’n opmerkingen over vogels tot een partij voor de dieren? En met zijn opmerkingen over lelies en vijgenbomen tot een Groen links? Nee. Heeft hij zich ooit voor Katholicisme of Protestantisme uitgesproken? Nee, dit zijn anachronismen, als je het over Jezus hebt. Ook Al Masih spreekt zich niet vóór Sjisme of Soennisme uit, vóór Joden of Moslims of christenen. Hij houdt mensen wel een spiegel voor en zet hen voor Gods aangezicht. In die zin is de serie er één die je aan het nadenken zet. En dat is goed. Laat je maar confronteren! Wat mijzelf het meest confronteerde, was dat ik als Protestant kippenvel kreeg van herkenning in de predikant, die weer hoop kreeg, na zijn geboycotte wanhoopsdaad zijn kerk in de fik te steken en die herkenning veel minder ervoer bij de hoop die Moslims ervoeren in hem 'Al Masih' tegen te komen.

zaterdag 24 maart 2018

Het LEF om te leven als zoektocht naar zin!



Zoals je misschien weet, formuleerde Sigmund Freud de sterkste of eerste levensdrift in een mens zo: het is de ‘eros’,    de drang tot seks en wat daar allemaal in mee komt. Helaas voor Freud werd hij achterhaald door andere psychoanalisten en zelfs door schrijvers als Oscar Wilde: alles draait in de wereld om seks, behalve seks; seks draait om macht! 
Heb je net ‘pi’ geformuleerd, ligt je formule weer omver. Het lot van een wetenschapper is niet misselijk.

Freud is wel te volgen, in zijn zoektocht en theorievorming. Ook was hij verdienstelijk door aandacht aan de psyche van de mens te besteden en het onderbewuste te verkennen, dat mensen opbouwen ten gevolge van trauma’s en onverwerkte levenssituaties. 
Toch ben ik 'blij', dat het onderzoek naar de psyche zich verder ontwikkeld heeft.

Na Freuds eerste psychotherapeutische school in Wenen, kwam natuurlijk een tweede groep psychoanalisten in de benen, onder aanvoering van Alfred Adler:  wederom een Jood.  En tenslotte werd de derde Weense school geleid door de man, waar het mij om gaat: Victor Frankl 

Deze, opnieuw Joodse psychoanalist en psychotherapeut formuleerde de eerste levensdrift in een mens, de sterkste drijvende kracht zo: de mens wordt gedreven door de drang tot betekenis aan het leven geven, door de zoektocht naar zingeving. 

Prachtig vind ik de door Viktor Frankl uitgewerkte Logotherapie (de therapie waarin je  zoekt naar de zin of betekenis van je leven) of ‘existentiële analyse’! 

Het best heeft zich deze bewezen in zijn eigen bestaan: als Joods concentratiekamp-slachtoffer ondervond hij aan den lijve, hoe moeilijk het is te willen blijven leven en positief in het leven te blijven staan, als er niets is, waarvan je gelukkig wordt of niets is van alles waarvan je droomt en waar je naar verlangt.  Sterker nog: als de hele situatie waarin je zit, je alleen maar tot wanhoop, verdriet, machteloosheid, woede en angst drijft!
Hoe kun je in zo’n hel, betekenis aan je leven geven? 
Hoe kun je dan ‘zin’ ervaren in je leven? 





De oplettende lezers zullen mij meteen vragen: ben je niet erg voor deze man ingenomen, omdat je zelf pastor en geestelijk verzorger bent en zingeving je mooi in je kraam te pas komt? Ja dat is waar. Maar meer nog ben ik een kind van deze tijd en is ‘echtheid’ of authenticiteit in deze postmoderne tijd hét keurmerk van waarheid. 
Dus als iets zich zo bewezen heeft als deze theorie, dan heeft Frankl mij aan zijn zijde. 

De man heeft een lang, werkzaam leven gehad, waarin hij zijn werk consequent uitwerkte en velen hielp. Ondanks het verliezen van zijn hele gezin en familie bleef deze man trouw aan zichzelf en het leven. Hij haalde de mens uit zijn ‘veredelde aap’-status, waarin deze sinds Darwin en Freud belandde en sprak over de mens als ‘geestelijk wezen’.
              Man pflegt zu sagen: 
              Wo ein Wille, dort ist auch ein Weg.
              Ich wage zu behaupten: 
              Wo ein Ziel, dort ist auch ein Wille.
                                              Viktor E. Frankl 
Waar een doel, daar is ook een wil. Waar je je wil op zet, is in feite de zin of betekenis die jij aan jouw eigen leven geeft.
Als christen voeg ik aan deze grote Joodse denker, onderzoeker en therapeut toe: en vooraf aan mijn leven geeft God, als mijn Schepper mij een potentieel mee, namelijk de zin van mijn leven en mijn doel is: mijn herschepping te omarmen.



Er is nog een psychoanalist, die ik bewonder: Erikson. Net als Viktor Frankl was Erik Erikson (hoe Scandinavisch wil je het hebben?) een ‘mooie’ huiswerkopdracht voor zichzelf. Hij was namelijk via moederskant van Joodse afkomst, dus zelf Jood. Maar zijn uiterlijk was via zijn vader dat van een echte Germaan of een Ariër: blond haar en blauwe ogen. Dit resulteerde in zijn leven hierin, dat hij voor de Joodse familie er niet bij hoorde, als ‘Ariër’, en voor de Ariërs er niet bij hoorde als Jood. Dus moest hij zijn weg zelf vinden.

Hij benadrukte de cycli in een mensenleven en onderscheidde acht levensfasen. Aangezien zijn weduwe constateerde, dat mensen steeds ouder werden, voegde zij na zijn dood er nog een negende fase aan toe; die van de ouderdom.

Wat mij in zijn werk intrigeert, is de mate, waarin hij het leven ‘rond maakt’, als een opdracht voor elk individu, om tot levensvervulling te komen in het volmaken van je eigen leven; in het doen van je eigen huiswerk als mens door je leven te verwerken, door te werken en te overzien als een huiswerkopdracht. Zo wordt je levensopdracht een wel erg individueel gericht project. En dat past uitstekend in onze tijd! Maar is het reëel en is dit ‘alles’? En waar ligt de verbinding met 'de ander'?
 
Toch helpt dit bezig zijn met je levensfasen wel degelijk om tot jezelf te komen; en dit kan soms erg nodig zijn. Het kan een mens helpen om uit de dagelijkse flow, de hectiek te stappen en vanuit een helikopterview je leven te overzien. Af is het pas, natuurlijk, als het af is. 
Maar is het leven zo rond te maken? En wanneer is het af? Blijven er niet juist altijd onvolkomenheden, littekens, rafels en rouwranden? Maakt dat de mens nu juist niet tot mens?

Een bioloog zegt: elke zeven tot vijftien jaar (afhankelijk van welk lichaamsdeel of ingewand) is er een nieuwe cyclus in je lichaam. Elke zeven tot vijftien jaar vernieuwt zich alles in je lichaam! Hierin zijn biologen net als psychoanalisten het niet helemaal met elkaar eens; sommigen beweren, dat je elke zeven jaar vernieuwt, behalve je hersencellen. Deel dus je leven eens in in fasen van zeven jaar, zou ik zeggen! Wat vind je dan?

Mij levert dit de intrigerende vraag op: ben ik nu nog wel dezelfde als degene, die geboren werd en aan wie mijn ouders mijn naam gaven? Is degene die geboren wordt, nog wel in iets dezelfde als degene, die sterft? Ontwikkeling, groei en ook afbraak: geweldig boeiend .. maar waardoor wordt uiteindelijk je identiteit bepaald? En als het niet door het materiële is, door je fysieke bestaan,  waardoor dan wel?

Maar bovenal boeit mij het verband tussen het psychische en geestelijke: als de mens materieel (fysisch) niet ouder is dan zeven tot vijftien jaar en dus de baby fysiek een ander mens is dan zijn naamdrager bij diens overlijden, wat zegt dit dan niet alleen over je identiteit, maar ook over je zoektocht naar zingeving voor je leven? 

Je kunt voor jezelf deze zoektocht ondernemen, maar je kunt je ook bezig houden met de zin van het bestaan in het algemeen; als een filosofische, existentialistische onderneming.

Wat is de zin van het leven, behalve de zin die je er zelf aan geeft? Of is die zin niet te geven door een individu binnen het eigen leven, het ‘leven onder de zon zoals de Prediker dit noemt? Is dit gezichtspunt te beperkt, bewolkt door incomplete waarneming? Te immanent? Als theoloog en als pastor zeg ik daarop: ja; je hebt niet alleen God nodig, de Transcendente, de Eeuwige, je bloedeigen Schepper die je elke zeven jaar vernieuwt, maar ook je medemens om op jezelf zuiver zicht te houden. En dan nog ‘zuiver’ tussen aanhalingstekens. Het lef om te leven als zoektocht naar zin, ga er maar aanstaan!

vrijdag 9 maart 2018

En Jezus zag de mensen als schapen zonder herder, opgejaagd en uitgeput

De mensen, vermoeid, belast en opgejaagd...


De winter loopt op z'n eind. Meteorologisch is het voorjaar al aangebroken: 1 maart.
Toch zie ik nog veel gehaper en startproblemen, niet alleen bij automotoren, ruitensproeiers en rioleringsbuizen, maar vooral bij de mensen. Daar ligt nu eenmaal mijn werkterrein.

Startproblemen om  het leven, de warmte en buiten zijn weer te omarmen. Als je niet van vrieskou en schaatsen houdt of niet mobiel bent, is het ook niet makkelijk om zo'n heftige vorstperiode eind februari te doorstaan! Zeker als je allang aan het voorjaar toe bent..

Nog véél grotere haperingen en moeiten kom ik tegen bij mensen, die alleen in het leven staan.
Of bij mensen die gestresst, burn out of angstig of oververmoeid zijn, bij mensen die in angst voor een diagnose zitten of haperen voor een behandeltraject, dat moet worden ingeslagen.

Kijk, als je de diagnose 'blinde darmontsteking' krijgt, moet je geopereerd worden. Dan heeft twijfelen, haperen voor je naar het ziekenhuis gaat, niet veel zin. Maar als je de overweging mee krijgt: wel of niet behandelen of de keus uit verschillende behandeltrajecten, tja, dan ga je twijfelen en haperen.

Soms kom ik zelfs mensen tegen, die zo in angst of onder druk van spanning leven, dat ze zeggen: 'het hoeft voor mij niet meer'. Wat zou u nu het allerliefst willen, vraag ik.. 'DOOD', is het antwoord.
Anderzijds heb ik ook iemand gekend, die toen bij een second opinion de oncoloog opnieuw bevestigde: hoe dan ook kunt u niet meer genezen, niets liever wilde dan alleen maar: LEVEN!

Waar gaat het me nu om?

Als ik de mensen zie, vermoeid en niet zo'n klein beetje ook, door de dagelijkse strijd, spanning en angsten, niet zozeer voorjaarsmoe maar dodelijk vermoeid .. of als ik de mensen voortgejaagd zie, onder druk van keuzestress, van werkdruk, van op de verkeerde plek of in de verkeerde relatie voortleven, dan zie ik levensgroot voor mijn geestesoog: JEZUS!

Na een wat teruggetrokken leven in een rustig dorpje als zoon van een timmerman, gaat hij de wijde wereld in. Hij is daar zeker niet te jong voor. Vader en moeder Jozef en Maria zullen vast bij hun dertigjarige zoon hun hart niet zozeer vast gehouden hebben, omdat hij backpackend naar Australië wilde.

Een voorbereidingstijd van zes weken in de woestijn, een rondje lopen om het meer van Galilea en twaalf vrienden verder trekt hij drie jaar lang het land Israël door. Maar dan .. de horden mensen komen achter hem aan. Ze smullen van zijn verhalen. Ze putten hoop uit zijn wonderlijke genezingen. Ze vertellen elkaar zijn verbluffende wijsheden door en zijn twitterend 24/7 druk met de tweet 'zou hij het zijn? Hij doet ons opveren, stemt ons hoopvol..' Het lijkt wel voorjaar!
Het gonst weer van leven in Israël. Ondanks armoe, onderdrukking en overheersing is de zon doorgebroken; daar rond het jaar 30 van onze jaartelling.

En Jezus zelf? Hoe vaak lees je niet, dat hij zich even terug moest trekken, even in de boot het meer op, een tijdje de berg op om in de eenzaamheid te zijn ... Juist hij, die mensen aan elkaar verbond, kinderen aan hun ouders teruggaf en slaven aan hun meesters, die ouders en kinderen samen op het gras liet plaatsnemen om eens lekker te eten, die vaders hoop gaf door hun zoons te genezen, juist hij had die eenzaamheid zo nodig..
Jezus, hij zag de mensen als schapen zonder herder: moe, opgejaagd, uitgeput.

Hij zelf ervaart de kans op uitputting ook. Daarom zoekt hij die afzondering. Soms mogen alleen zijn drie meest close vrienden mee, maar soms wil hij ook helemaal in zijn eentje zijn. Is hij dan alleen? Nee, dan praat hij met zijn eigen vader, zijn hemelse Vader. Even bijtanken, zelf hoop en steun opdoen.

Dan kan Jezus het weer aan om herder te zijn en de mensen weer mee nemen: 'Kom allemaal maar bij mij, als je moe en belast bent en ik zal je rust geven. Neem mijn juk op je en leer van mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart en je zult rust vinden voor je ziel; want mijn juk is zacht en mijn last is licht' Mat. 11:28-30

Dit is de herder, die zijn leven zelfs waagt voor zijn schapen, sterker nog: al gegeven heeft..

He, ik rek me uit, voel het leven weer van binnen borrelen, de avonturen lonken! Laat het voorjaar maar komen! Bijna Pasen..









dinsdag 23 januari 2018

Ongelooflijk, onvoorstelbaar!

Gisteren zag ik de film 'Risen' op Netflix.

'Risen' gaat over de opstanding van Jezus, zoals de titel al doet vermoeden..
Het ongelooflijke van dit verhaal, het onvoorstelbare dat alle cynisme tart, is het thema.

We kijken door de ogen van een door de wol geverfde Romeinse tribuun, de rechterhand van gouverneur Pontius Pilatus, naar de gebeurtenissen in het weekend van Pascha in het jaar 33. 
Althans, het jaar 33 wordt in de film als startpunt genomen. Historisch correcter is het vermoeden, dat de gebeurtenissen rond de arrestatie, veroordeling, kruisiging en .. het verhaal van Jezus' opstanding net 
vóór het jaar 30 plaatsvonden. De jaartelling klopt dus niet helemaal. 
Maar dit terzijde.

Deze tribuun heeft juist een veldslag achter de rug, een opstand van Joodse relschoppers bloedig moeten neerslaan. Hun leider heeft hij eigenhandig de doodssteek toe moeten brengen.

Nog stoffig, bebloed en vies, verlangend naar een bad, krijgt hij van Pontius Pilatus de opdracht de kruisiging en de stort van de lijken van die bewuste vrijdag voor Pesach af te handelen. De tribuun neemt op de kruisigingsplaats, een heuvel, de beslissing om níet Jezus' benen te breken. Door het breken van de benen van een stervende zou het stervensproces versneld worden; de zon zou bijna ondergaan en de dag om zijn. 
Bij Jezus hoefden geen benen gebroken te worden, ziet de tribuun. Want Jezus is al gestorven. 

Wel steekt hij zijn pilum in Jezus' zij. Daaruit pulst een guts bloed, vermengd met water. Deze man is echt, helemaal dood.

Net voor de legionairs met hem de lijken in de afgrond naast de kruisigingsheuvel willen storten, komt Jozef van Arimathea met Nicodemus, een kar duwend naar de tribuun toe; ze vragen hem, of ze Jezus' lichaam mogen begraven. Dat mag. Zo wordt Jezus een massagraf bespaard.


Gaandeweg raakt de tribuun betrokken bij de gebeurtenissen. Hij moet het graf 'verzegelen' op aanvraag van Kajafas, de voorzitter van het Sanhedrin, de Joodse raad. Dit om verdere onrust en kletsverhalen over een opstanding te voorkomen. Helaas vergeet de tribuun de wachters van proviand te voorzien en drinken dezen zich een stuk in hun kraag. Op een nuchtere maag gaat dat snel.

De zondagochtend daarop volgend blijkt het graf leeg, Jezus' lijk is verdwenen!
De tribuun moet in opdracht van Pilatus op zoek naar diens lijk en de wachters verhoren. Dan traceert hij de discipelen van Jezus en in gesprek met hen en Maria Magdalena zien we zijn fascinatie en ongelovige verbazing langzamerhand groeien tot een obsessie om de waarheid te achterhalen: wat is hier nu echt gebeurd?

Dan, als hij al spoorzoekend alle elf overgebleven discipelen samen aantreft, ziet de tribuun ineens, dat er een twaalfde man in hun midden is. En het gezicht van de gestorven Jezus, de ogen nog open, dringt zich als in een nachtmerrie opeens op aan hem: deze twaalfde is de levende Jezus! De man in wiens dode ogen de tribuun gekeken heeft, zit hier levend en wel tussen zijn vrienden! Maar na een gesprek is hij ook zomaar verdwenen. Ze zoeken hem nog, maar hij is onverbiddelijk verdwenen.

De tribuun sluit zich aan bij de elf discipelen, die naar Galilea gaan. Hij gaat met hen mee op het meer om te vissen, redt onderweg hun levens van een achtervolgende Romeinse legereenheid, die uit is op de arrestatie of moord op de discipelen en komt weer oog in oog met de levende Jezus te staan. Aan het meer eten ze met elkaar, vis en brood. Ook de levende Jezus eet.

De fascinatie voor het onvoorstelbare, ongelooflijke fascineert mij op mijn beurt weer. 
Hoewel dit verhaal te ongelooflijk voor woorden is, al helemaal van papier maar zelfs van een 3D belevenis als een film niet te vatten is, is het een verhaal dat al tweeduizend jaar mensenlevens beïnvloed, wat zeg ik, op zijn kop gezet heeft. Niet alleen de tribuun, ook ik ben gefascineerd en door dit verhaal meegesleept. De cruciale (tekenend! 'kruis')vraag is: geloof je het of geloof je het niet?
Aan die vraag kun je niet makkelijk onttrekken.

Ieder heeft zijn eigen levensverhaal. Soms is je eigen verhaal al te ongelooflijk voor woorden. Als ik naar mijn levensverhaal kijk, weet ik zeker, dat als iemand me het op jonge, zeg zestienjarige, leeftijd had verteld, ik het niet geloofd had. 

Ik heb een gang door het leven gemaakt, die lijkt op een kanotocht op een wildwaterrivier. Niet altijd, wat zeg ik, meer niet dan wel, was mijn kano toegerust op de wilde stroom, waarin ik werd mee gevoerd. Ik had gelukkig soms mijn peddel op tijd bij de hand, of zag soms om de hoek een graspol om me aan vast te grijpen, dan weer om de bocht een helpende hand uitgestoken. Zo heb ik mijn tocht weten af te leggen. Onderweg verloor ik veel maar won nog meer. Misschien is veel kwijt raken vaker winst dan verlies.. travel light, heb ik ondervonden. Dan kom je ergens.

Eén van de voorbeelden van een ongelooflijke, onvoorstelbare wending in mijn leven was, toen ik als veertiger, er achter kwam, dat ik verliefd op een vrouw was. Dat was een 180 graden omkeer voor mijn heteroseksuele voorstellings-, denk- en geloofswereld. Ik had altijd 'heilig geloofd' in het gezin, in de relatie van man en vrouw, in die enig mogelijke bedding voor het opgroeien van kinderen, in het kerngezin binnen de grote familie. Tot dat moment had ik zelf ook zo geleefd. Mijn hele levenshuis was daarop gebouwd.

Toen ik halverwege de veertig was, bleek ik te zijn gescheiden, uit de kast gekomen en bleek een relatie met een vrouw vele malen reëeler en mij warm bij het leven betrekken dan mijn leven voor mijn veertigste. Elke afstand of reserve naar 'leven' was in me verdwenen, opgelost. Ik ervoer het als een genezing. Mijn grootste vraag was, of ik dit zoveel meer leven ervaren wel kon verenigen met een leven met God, met kunnen bidden en tot me nemen van Gods openbaring in de Bijbel.

Die vraag heb ik omgezet in een weg; deze weg ben ik ingeslagen en bleek een grote kracht in mijn leven! Ik kon én lesbisch én gelovig zijn, het bleek heel natuurlijk voor mij te passen! 
Deze weg met God inslaan is mijn redding geweest, levensreddend in therapeutische, psychologische en geestelijke zin, zo holistisch als ik me maar kon wensen.

Een totale omkeer die voor mijn veertigste onvoorstelbaar en te ongelooflijk voor woorden of zelfs voor een film was geweest, maar die een werkelijkheid voor mij werd, waarin ik kon leven, geloven en werken. Zelfs mijn kinderen konden met mij verbonden blijven en ik met hen, doorgroeien naar nieuwe banden en wegen.

Met deze omkeer in mijn leven vergelijk ik mijn geloof in dit onuitsprekelijke wonder van een lijk, dat na hemeltergend lijden tot een nieuw leven gewekt wordt en al duizenden jaren als DE LEVENDE tot mij en vele anderen spreekt.


Ergens onderweg gaat door de stap te wagen in dit wonder, in deze onvoorstelbare inbreuk in onze werkelijkheid, de knop om: ja, ik geloof maar vraag me niet hoe dit kan!







Jesus revolution!

 'Jesus Revolution' is een film die half februari 2024 op Netflix gepubliceerd is, uit 2023.  De film gaat over de 55 jaar oude Jezu...