dinsdag 30 september 2025

Als alles duister is ..

Als alles duister is...


Soms is het me duister, hoe ik het allemaal moet doen: het loslaten en het doorakkeren, het verduren en het opladen tegelijk. Alsof de dag je meer kost dan de nacht je kan bijladen. Alsof het leven je meer kost dan het tegenwicht van loslaten van verwachtingen en houvast, zekerheden waar je vanuit ging je kan bieden.

Gisteren stond de sterrenhemel op een gespreksavond centraal: die waar Abraham 's nachts naar moest staan kijken en dan de sterren tellen. Alsof dit mogelijk is ... je voelt je dan zó klein! Alsof je een opdracht krijgt die vér boven je macht gaat. 


Abraham moet zich niet alleen enorm klein gevoeld hebben maar ook heel alleen. Als je je laat verleiden om je toekomst te willen zien in aantallen (klein)kinderen en je weet, dat je ondertussen te oud bent om nog kinderen te krijgen, dan voel je je toch zachtjes gezegd getrickt, misleid.

Toen ik zelf kind was en net verhuisd, lag ik in bed ook naar die sterrenhemel te kijken, in m'n nieuwe slaapkamer. Niet dat ik sterren ging tellen. Maar wel identificeerde ik me met Abraham: zó ver van huis, zo ontworteld en zomaar overnieuw te moeten beginnen, allemaal om een droom te volgen, een stem, een opdracht! Dat gold dan voor Abraham.

Die droom en opdracht had ik niet gehad, geen stem gehoord. Maar ik vermoedde wel, zo wijs was ik als kind al ... dat je soms iets overkomt in je leven waarvan de bedoeling niet vat, maar wel vermoedt, dat er iets nieuws gaat gebeuren, een nieuwe fase aanbreekt en misschien wel een zin van de vooralsnog ontwortelende ervaring duidelijk zal worden. Gaandeweg. 
Dit besef had ik ook na m'n scheiding. De zin van al die narigheid kon niet in het losmaken alleen liggen ; niet in de bevrijding van de oude last of kanonskogel aan m'n been alleen. Er moest een nieuwe horizon gloren, vlak om de hoek. Bijna in zicht maar nog niet helemaal.

Alsof je er bíjna bij kunt. Maar komt die nieuwe fase, dat perspectief ook echt? Of zie je er alleen stukjes en beetjes van? Dat laatste ben ik meer gaan vermoeden. Er blijken alleen brokstukjes, sprankjes te zien van dat nieuwe perspectief, van die toekomst; er worden alleen tipjes van de sluier opgelicht. Helemaal pakken kun je het nooit, het zal nooit 100 % 'voor het grijpen liggen', binnen je bereik komen. 

Is dat wreed, zo'n fata morgana? Of is je droom en dat perspectief van die toekomst een Leitmotiv voor je leven? Dat waardoor je onderweg en in beweging blijft, je droom blijft volgen? In een toekomst blijft geloven? In geluk, in vervulling, in houvast vinden? 
Zoals het ooit naar Santiago de Compostella gaan lopen voor mij al 20 jaar een Leitmotiv is van een ideaal. Een manier van leven: onderweg met deze en gene, ervaringen opdoend, ontdekken en misschien wel nooit aankomen. Of aankomen met de kater: o is dit het nu? En dan krijg ik een oorkonde en is het zomaar allemaal voorbij? In een kitchkathedraal...

Als ik denk aan C.S. Lewis, dan was de zelfgeschapen fantasiewereld samen met z'n broertje zíjn Leitmotiv: als kind kreeg het voor hem vorm in een 'paradijselijke tuin' in een koekblik. Een soort schoenendoos waar een sprookjesland in woonde.

Het wakkerde in hem op den duur een verlangen aan, dat hij later in de Narnia-wereld en de ruimtetrilogie uitwerkte. Iets dan nooit binnen z'n leven volledig 'voor het grijpen was' of binnen zijn bereik kwam. Maar in zijn geloof en zijn zich uitstrekken, zijn onderweg daarnaar toe blijven trekken was dit motiv wel dát wat hem dreef. Met Hebreeën 11: 39, 40: 'al die mensen als Abraham die we om hun geloof bewonderen, hebben het beloofde (perspectief) niet in vervulling zien gaan, omdat God voor ons iets beters had voorzien en God hen niet zonder ons de volmaaktheid wilde laten bereiken.'

Zelf ervaar ik dat losgemaakt worden en zelf moeten loslaten (van woonplaatsen waaraan ik gehecht ben geweest, mensen die ik gekend heb, relaties die ik gehad heb, van dromen die ik gekoesterd heb) als pijnlijk maar ook als een hulp bij dit focussen op de volmaaktheid, de eindstreep of finish.  Bij de focus op het doel. Het doet je wel leven met een lastige dubbelheid in alles. Vaak overheerst de pijn. Soms overheerst de verwondering, het genieten en de fascinatie over de sterrenhemel, het me klein voelen onder die onmetelijk uitgestrekte koepel: het gloren van een nieuwe dag. Die momenten koester ik.





zondag 30 maart 2025

ND levenskunstessay 26 maart 2025 14.16




Ongelijkwaardigheid tussen

de geslachten neemt weer

toe. Daarom moet ik me na

45 jaar uitspreken





Opinie Als christen en lesbienne heb ik in m’n opvoeding de

gelijkwaardigheid van geslachten al meegekregen, schrijft 

Jolande van Baardewijk. Ze maakt zich zorgen over het 

conservatisme dat twee geslachten wel genoeg vindt.

Jolande van Baardewijk predikant in de Protestantse Kerk


ND woensdag 26 maart 2025, 14:16 


Ik was me tot m’n 42e niet bewust van m’n lesbische 

geaardheid. Wel was ik op een zoektocht, waarin ik me 

anders voelde dan zovelen om me heen: van welke planeet 

kwam ik, als ik niet van Mars of Venus kwam? Ik voelde me 

een alien: té anders in zoveel opzichten.

Het was een te grote kluwen om te ontwarren; een stads-

meisje dat op het platteland opgroeide, met een intellectuele 

vader en zelf ook nieuwsgierig, gek op studeren én niet 

geïnteresseerd in ‘meisjes’-bezigheden. Wat ik thuis mee

kreeg, was: of je nu jongen of meisje bent, je doet je 

huiswerk en klusjes in huis. 

De een niet meer dan de ander, de ander niet méér dan 

jij. Een jongen wast ook af, een meisje mag ook studeren; 

ieder is gelijkwaardig.

Ik merk in 2025, door onze populistische regering en door 

de alwéér aangetreden Trump, dat in toenemende mate 

ongelijkwaardigheid van de genders terugkeert. Dit baart 

me grote zorgen.


De wereld is de kerken in het goede voorgegaan zoals in 

het opkomen voor de gelijkwaardigheid.


Ik werd met ongelijkwaardigheid voor het eerst echt 

geconfronteerd tijdens mijn studie theologie, in de jaren 

tachtig. Ik groeide op in de Nederlands Gereformeerde 

Kerken (NGK) en mocht weliswaar studeren aan de 

Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA), maar in mijn 

kerk was er geen werkplek voor mij. Ik had van kerk-

genootschap kunnen veranderen, maar ik stond toen te 

weinig open voor het werk in de kerk zoals hij toen was. 

Ik spreek bewust van ‘hij’omdat in mijn beleving ‘kerk’ 

een mannenbolwerk was. En ik vond mezelf ook te jong 

en onervaren. Ik besloot het onderwijs in te gaan.


Ik ben overigens wel een tijdje pastoraal werker geweest 

in NGK Apeldoorn, in de overbruggingstijd tussen twee 

predikanten in. Dan gaf ik met opdracht van de kerken-

raad catechisatie en bijbel-cursussen. Maar het mocht 

geen ‘kerkelijk werker’ heten. Een paar ouders haalden 

hun kinderen van catechisatie, want onderwijs vanuit de 

kerk mocht niet door vrouwen gegeven worden (en ze 

haalden daarbij Paulus aan).


Na twaalf jaar rolde ik in het tv-vak en werd programma-

maker. Ik die nooit genoeg het activisme opgezocht had, 

nooit de barricaden op was gegaan voor gelijkwaardigheid 

van beide genders in de kerk, kwam via mijn vak als tv- en 

radio-programmamaker nu in de positie om aandacht voor 

misstanden te vragen en aan de kaak te stellen. 

Dit waren vooral misstanden rond de vaste combinatie 

van man plus macht. Het bracht vaak machtsmisbruik met 

zich mee, uitmondend in financiële of seksuele uitbuiting.



We vonden, als programmamakers, dat er veel te 

ontmaskeren was rond aangerichte schade. We hoopten 

dat met eerlijkheid deze schade opgeruimd kon worden. 

Vanaf de jaren negentig kwamen er meldpunten, ook in 

kerken. En vele therapeuten (ook in de christelijke wereld) 

gingen aan de slag om beschadigde mensen te begeleiden.

Tóch dreigt nu, dertig jaar later, het tij in de samenleving 

weer te keren. In populistisch geleide landen lijkt het 

cultureel conservatisme terug te keren. 

Dat twee genders wel genoeg is en we geen derde, non-

binaire zouden willen (alsof er iets te kiezen valt). Dat lhbt+

er zijn door geboorte het daglicht niet kan verdragen en dat 

in lesprogramma’s niet hoeft te worden benoemd, zodat het 

herkend wordt en mensen geïnformeerd zijn. 

Sterker nog: het gaat in de VS al de kant op dat deze 

lesprogramma’s verboden worden.

Inmiddels ben ik meer dan tien jaar gemeente- en ‘pioniers-

predikant’. Ik geloof in pionieren sinds het Protestantse visie-

stuk uit 2008 ‘Waar een Woord is, is een weg’. Met dit 

rapport durfde ik het in 2010 aan om me alsnog in te 

schrijven voor een tweede master, Praktische theologie.

Zo sloeg ik alsnog de weg naar predikantschap in. Na 

deze keus ontmoette ik mijn vrouw, waarmee ik inmiddels 

bijna veertien jaar getrouwd ben. Binnen mijn tijd steeg het 

aantal vrouwelijke predikanten van een op vier naar een op 

drie van het totaal aantal predikanten en misschien is het 

alweer hoger. Het aantal vrouwelijke ambtsdragers zoals 

ouderlingen en diakenen zal een veelvoud daarvan zijn.


Heb ik anderen in de kerk de kastanjes voor mij uit het 

vuur laten halen?


De kerk als mancave is alleen nog aan de reformatorische 

zijde te bespeuren. De discussie in orthodoxe kerken (zoals 

de NGK) over de homo in het ambt, laat zien dat het 

cultureel conservatisme van de kerk als mancave ook in de 

NGK op zijn retour is. De Christelijke Gereformeerde Kerken 

staan helaas op splijten vanwege ‘de vrouw in het ambt’. 

Een situatie die overigens niet anders was toen ik in de 

jaren tachtig in Apeldoorn aan de TUA studeerde.


45 jaar ontwikkeling overziend in de kerken die zich van 

cultureel conservatief (het Amish-reservaat in de 

Nederlandse samenleving) ontwikkelden naar cultureel 

meebewegen, resten mij confronterende vragen: heb ik 

anderen in de kerk de kastanjes voor mij uit het vuur laten 

halen? Of was het genoeg, dat ik als programmamaker 

voor de EO mijn bijdrage aan de ontmaskering van de 

giftige combinatie van man én macht heb geleverd? 

Is het na 45 studie- en werkjaren zover, dat ik nu toch 

de barricades op moet voor gelijkwaardigheid van de 

genders?

Het heeft me altijd tegengestaan hoe discussies de kerk 

gijzelden. Discussies over wie er wel of niet aan het 

avondmaal of in het ambt mochten of een zegen mogen 

ontvangen. Alsof angst regeert en ‘we voorzichtig 

moeten zijn, niet wereldgelijkvormig’.


Jezus at met iedereen, ging niemand uit de weg, ook niet 

uit angst voor ‘besmetting’.


Juist de wereld is de kerken in goede, geschapen 

instellingen voorgegaan zoals in het opkomen voor de gelijk-waardigheid van de geslachten. Feminisme en homo 

activisme waren niet nodig geweest, als kerken zich niet 

in reservaten haaks op deze wereld hadden verschanst. 

Jezus at met iedereen, ging niemand uit de weg, ook niet 

uit angst voor ‘besmetting’, die voor Hem wél reëel was. 

De angst voor melaatsheid is tien keer zo reëel als die 

voor homoseksualiteit.

Het is krankjorum dat we tieners zouden moeten weghouden 

van voorlichting en informatie over lhbt+-zijn, omdat deze 

een ‘aanzuigende werking’ zou hebben. 

Dat is net zo krankjorum als de angst voor openlijk spreken 

over een ronde aarde: stel dat mensen van hun geloof in 

een platte aarde zouden vallen.

Lhbt+-zijn is geen mening of iets waarover je ‘van 

gedachten kunt veranderen’ of ‘van gedachten kunt wisselen’; 

het is geen ziekte, niets besmettelijks maar: aangeboren,

iets wat slechts een minieme minderheid van de mensheid 

betreft.



Alles wat schimmelt en rot in het donker moet in het licht 

gezet worden om te kunnen genezen en groeien. Daarom 

lever ik, na 45 jaar meelopen in de theologische wereld, 

alsnog nu mijn stem aan wie deze stem nodig hebben in 

kerken en deze wereld. Degene die zich laat horen, 

stelt zich kwetsbaar op, is mijn ervaring.

Je stem laten horen en je nek uitsteken, maakt ook 

duidelijk dat alleen in Gods licht en liefde, in Gods zuurstof 

te leven valt. Zoals ik op m’n ‘oude dag’ predikant kon en 

mocht worden en dit tot m’n dood mag blijven: waar ik kan 

en waar ik geroepen word. In Gods licht, onder Gods 

zegen.


Als alles duister is ..

Als alles duister is... Soms is het me duister, hoe ik het allemaal moet doen: het loslaten en het doorakkeren, het verduren en het opladen ...